Iedereen die de brieven in het Nieuwe Testament leest valt de aanwijzingen op over hoe de christenen hun geloof handen en voeten behoren te geven. Vanuit de geloofsovertuiging volgt een bepaalde handelswijze die Gods handelen in Christus reflecteert. In die zin zijn wij navolgers van Christus. Jakobus is in zijn brief zeer expliciet hierover als hij schrijft: “Wat heeft het voor zin als iemand zegt te geloven, maar hij handelt er niet naar?” (2:14). Geloof en handelen gaan hand in hand, en de aanwijzingen en correcties die hij geeft waren dan ook heel concreet. Trek geen mensen voor op hun uiterlijk (2:1-3). Geef kleding en eten aan wie het niet hebben (2:16). Spreek geen kwaad over anderen (4:11-12). Onthoud de werkers niet hun rechtmatige loon uit winstbejag (5:1-6).
De ethische aanwijzingen in de Bijbel waren steeds concreet en gerelateerd aan de situatie waar de geadresseerden mee te maken hadden. Het bovengenoemde laatste voorbeeld uit Jakobus spreekt over het loon van de maaiers (5:4). De lezers, levend in een agrarische samenleving wisten precies wat ermee bedoeld werd. Maar wij leven in een heel andere samenleving. De “maaiers” van nu zijn ook de mijnwerkers in verre landen die onderbetaald worden zodat wij een goedkope mobiele telefoon kunnen aanschaffen, of de arbeiders in de naaiateliers in India die zorgen dat wij betaalbare kleding kunnen kopen. Daarom hebben wij hebben de taak om de Bijbelse ethische richtlijnen om te zetten naar hele concrete richtlijnen voor onze tijd.
Dit is een uitermate lastige opdracht, omdat onze wereld veel complexer is. Bijvoorbeeld, de maaiers uit Jakobus waren mensen die de gemeenteleden op het land zagen werken, zij waren hen waarschijnlijk bekend en hadden een gezicht. In de wereldeconomie van nu weten we zo goed als niets over de mensen die de producten maken die wij kopen. Wij kunnen vaak niet verder kijken dan het merk, de winkelketen of het winkelpersoneel. Dit is slechts één voorbeeld van hoe ingewikkelder het voor ons nu geworden is.
Om ons spreken over de christelijke ethiek concreet en relevant te houden moeten we de moed hebben om de zaken die spelen concreet te benoemen, en moeten we de discussie niet schuwen, Anders zijn de richtlijnen niet meer dan vage en algemene waarheden die ons handelen die echt sturen. Een ethiek die relevant is moet juist schuren. Dit zien we in het spreken van Jezus over hoe een navolger van Hem behoort te handelen, denk bijvoorbeeld aan het verhaal van de barmhartige Samaritaan. We zien het ook in de kritiek die Paulus kreeg op zijn inclusieve denken naar de gelovigen uit de heidenen. En waar het schuurt moet er ruimte zijn voor gesprek zoals het apostelconvent in Handelingen 15.
Omdat we in een wereld leven die snel verandert, is het dus noodzakelijk dat we onze ethiek steeds weer opnieuw verwoorden en concretiseren. De waarschuwing in het Handboek van de Kerk van de Nazarener uit 1928 voor openbare zwembaden en stranden klinkt ons nu ouderwets in de oren, terwijl wij de waarschuwing voor sociale media uit 2017 veel relevanter en noodzakelijker vinden. Iedereen die de verschillende handboeken van de Kerk van de Nazarener bestudeert ziet de veranderingen. Net als elke kerk beweegt ook de KvdN mee met de tijd en probeert steeds weer het Bijbels getuigenis om te zetten in relevante en concrete richtlijnen voor het handelen van de gelovigen.
Naar aanleiding van een nieuwe verwoording in het Handboek, willen wij als KvdN-Nederland het gesprek met elkaar aangaan over hoe wij leven als mensen die geloven dat God ons verandert naar het beeld van Christus. Wij willen spreken over wat dat beeld van Christus in deze tijd concreet betekent zodat wij als kerk een gezicht krijgen, dat mensen weten waar wij voor staan en waar wij voor gaan. Dat wij door onze daden getuigen zijn van Gods heilzaam handelen in de wereld.
Hoe gaan we dit gesprek voeren? De eerste gespreksronde zal plaats vinden op de districtsvergadering op 22 en 23 maart in Dordrecht. Er zullen vier workshops aangeboden worden waaruit iedereen er twee kan kiezen. De thema’s zijn de volgende: Heiligheid en de schepping (consumptie, klimaat, milieu etc. ); Heiligheid in relaties (vriendschap, huwelijk, werk, sociale media etc.); Heiligheid en genieten (eten, alcohol, roken etc.); Heiligheid en de samenleving (politiek, oorlog, asiel etc.).