Op de Algemene Vergadering van de Kerk van de Nazarener in 2023 is een nieuwe articulatie van de heiligingsethiek aangenomen, die door een commissie met vertegenwoordigers uit alle werelddelen was opgesteld. Ik was zelf lid van die commissie en weet hoe het eindproduct tot stand is gekomen. We waren ons bewust van de uitdaging door de enorme culturele diversiteit in onze wereldwijde kerk, maar door de kloof tussen de oudere en jongere Nazareners. Daar komt ook nog eens de toegenomen complexiteit van vele ethische thema’s bij. Ook al waren deze verschillen ook tussen de commissieleden merkbaar toch hebben we in een goede sfeer van wederzijds respect en luisteren naar elkaar gewerkt.
De commissieleden vonden elkaar in een aantal uitgangspunten. We wilden wegkomen uit een “regeltjesethiek,” die in het verleden in onze kerk sterk aanwezig was. We wilden veel meer een schets geven van wat de navolging van Jezus inhoudt, een schets die inspireert, appelleert en activeert. Tevens wilden we het omvattende van een heiligingsethiek omschrijven en wegkomen uit de beperkte en cultuurgebonden lijstjes die een bepaalde mate van zelfgenoegzaamheid kunnen bevorderen. Mensen kunnen van zichzelf vinden dat ze het misschien best goed doen op heel wat punten van hun lijstje, maar zijn ze zich er ook van bewust dat ze op andere punten, die meestal niet op hun lijstje staan, flink te kort schieten? Ook wilden we een sterkere Bijbels-theologische verankering van de ethiek nastreven, beseffend dat het spreken van de hele Bijbel, en niet alleen een aantal geselecteerde verzen die ons goed liggen, steeds schuurt met iedere cultuur, maar vaak op verschillende vlakken. En we realiseerden ons dat we in een nieuwe articulatie ook recht moeten doen aan de unieke geschiedenis van de Kerk van de Nazarener en een zekere continuïteit moeten garanderen, ook al zijn de bewoordingen anders geworden. Dit is bijvoorbeeld duidelijk te herkennen in paragraaf 29.3 over alcohol.
In de inleidende paragrafen wordt het eigene van een Wesleyaanse kijk op ethiek omschreven. Het goede nieuws van het evangelie is dat de gelovige door Christus een nieuwe schepping is geworden. “Gods herstellende werk roept Gods volk op dat nieuwe leven gestalte te geven en ervan te getuigen in de huidige tijd. Het christelijke leven roept de discipel, de complete persoon – lichaam, ziel en geest, op tot toewijding en keuzen in respons op Gods transformerende genade” (§28). Het gaat erom dit nieuwe leven zichtbaar te maken in een “steeds toenemende Christusgelijkvormigheid,” die “intentioneel” is en “zich ontwikkelt door de tijd heen” (§28.2). In deze citaten herkennen we de nadruk van de Wesleyaanse theologie op Christusgelijkvormigheid als doel in het christelijke leven, de eigen verantwoordelijkheid en de groei die mogelijk wordt gemaakt door Gods genade.
Genade wordt steeds weer genoemd in de verschillende paragrafen. Het gaat dan niet alleen over Gods genade naar ons mensen, maar ook om een genadevolle omgang met mensen die een andere mening hebben, zich nog niet bewust zijn van de oproep van Jezus, of deze niet serieus genoeg nemen. We zijn allemaal met een eigen verantwoordelijkheid onderweg als navolgers van Jezus en bevinden ons op verschillende punten van die weg. Een heiligingsethiek is niet bedoeld om de ander de les te leren of te veroordelen maar om de ander aan te sporen zich te blijven uitstrekken om Jezus op alle gebieden van het leven na te volgen. En iedereen heeft steeds weer nieuwe dingen te leren.
Evenals andere ethische richtlijnen stelt de Kerk van de Nazarener dat “de Tien Geboden, zoals die in het onderwijs van Jezus Christus zijn bevestigd, en zichtbaar worden in het Grote Gebod en de Bergrede, de fundamentele Christelijke ethiek vormen” (§28.1). Dit maakt dat het in de ethiek altijd om Gods liefde zal moeten gaan, omdat God zich zo heeft laten kennen in Christus. Belangrijk eraan toe te voegen is dat niet ons menselijk begrip van liefde bepalend is of de voorbeelden van liefde die wij onder mensen zien, maar dat de definitie van liefde bepaald wordt door Jezus.
Als internationale kerk zijn we ons bewust van de culturele verschillen en dat de kerk in elk land weer een iets andere uitdaging ondervindt in het vorm geven van Christusgelijkvormigheid. Daarom kunnen we onmogelijk specifieke regels opstellen die in elke land en in iedere cultuur precies zo opgevolgd kunnen worden. “We achten het noodzakelijk dat we in elke specifieke culturele context de leiding van de heilige Geest zoeken evenals de wijsheid van de Christelijke traditie om Christusgelijkvormige levens te leiden” (§28.1). In deze regel herkennen we ook de wijsheid van wat wel de “Wesleyan quadrilateral” wordt genoemd. Daarmee bedoelen we dat als de Bijbel dingen niet nader omschrijft of invult wij te rade kunnen gaan bij de wijsheid van de Christelijke traditie, of gezamenlijk in gebed om leiding van de heilige Geest kunnen bidden, of door gesprek en studie verdere helderheid kunnen krijgen.
Daarom willen wij ook als Nederlandse kerk het onderlinge gesprek aangaan en biddend onderzoeken hoe wij in Nederland Gods liefde in en door onze gemeentes zichtbaar willen maken. Waar moeten wij ons als kerk anno 2024 hard voor maken in onze samenleving? Hoe willen of moeten we als kerk van Jezus Christus bekend staan bij de mensen? Welke thema’s moeten onze hoofdthema’s zijn, en wat moeten we hierin ondernemen? Dit zijn de vragen waarover we met elkaar in gesprek willen gaan.