General Assembly – Een terugblik

Ik ben nu twee weken terug in Nederland na de General Assembly en wil als afsluiting van dit blog de balans opmaken van mijn ervaringen en observaties.

Internationale kerk. De officiële verzameling van de internationale kerk blijft een uniek gebeuren. Sinds mijn eerste General Assembly in 1985 zie ik de ontwikkeling van een Amerikaans feestje met vereerde deelnemers van buiten Amerika, die dan “international delegates” genoemd werden, tot een internationaal familiefeest. In 1976 heeft de General Assembly het historische besluit genomen dat de KvdN één internationale kerkfamilie wil zijn en geen confederatie van regionale of nationale kerken. Vanaf die tijd is er heel intentioneel gewerkt om dit te realiseren, en in vergelijking met zes jaar geleden heb ik de verdere vorderingen in deze ontwikkeling gemerkt.  

Wat is nu het bijzondere van dit internationale aspect? Op dergelijke bijeenkomsten hoor verhalen over de kerk van Jezus Christus in andere landen en culturen en ik leer die mensen kennen. De groei van de kerk in andere werelddelen bemoedigt mij als ik in Nederland te maken heb met een krimpende kerk. De contacten helpen me om voorbij de grenzen van Nederland te kijken en om de Nederlandse aangelegenheden in een mondiaal perspectief te plaatsen. Het relativeert en maakt bescheiden. En het geeft me vertrouwen in de toekomst van de kerk ook als het in kerkelijk Nederland moeizaam gaat. Het internationale doet ook iets met mijn eigen geloofsleven. Door de culturele diversiteit waarin mensen hun geloof beleven en uiten word ik bepaald bij mijn eigen culturele beperktheden. Ik ben niet zo expressief als een Afrikaanse Nazarener of uit mijn passie niet zoals een Zuid Amerikaan of Nazarener uit het Midden Oosten. Ik hoef ook zo niet te worden maar die andere expressies raken me wel. Ik maak in mijn hart ruimte voor die andere Nazareners die zo anders zijn dan ik, en ik word er een beter en aangenamer christen door. De internationale contacten binnen mijn eigen kerk, met mensen die gelijk aan mij zijn en toch zo heel anders, doen mij groeien in mijn geloof. Dergelijke contacten zijn een verrijking van mijn geloofsleven.

Er zijn niet veel kerkgenootschappen die zich zo georganiseerd hebben als de KvdN. Wat ik heb gehoord zijn er wereldwijd maar 6 tot 8 kerkgenootschappen zoals de KvdN. De meeste internationale kerkgenootschappen geven veel meer autonomie aan de regionale en landelijke kerken. Dit is een makkelijkere weg, want dan kunnen wij als Nederlandse kerk veel meer zelf bepalen en afspraken maken die goed voor ons werken en aansluiten bij onze cultuur. Nu moeten we ons schikken in wat het grotere geheel bepaalt, en dat is niet meer de Amerikaanse kerk. Als je de General Assembly bezoekt dan zie je dat grotere geheel en word je daar enthousiast over. Dan voelt het als een grote internationale familie.

Het is wel goed om met een groepje Nederlanders dit mee te maken. De groep vormde een hechte groep en we hadden steeds gelegenheid om onze ervaringen te delen in onze eigen taal. Een groep “soortgenoten” heb je nodig in zo’n groot gebeuren, zoals het ook heerlijk was om met mede-Europeanen te spreken of mensen uit onze Eurazië regio. Anders kan je je snel verloren voelen in zo’n groot gebeuren.

De vieringen. Van vrijdagavond tot en met maandagavond waren er zes diensten waarin steeds één van de kerkleiders voorging. Het thema van de General Assembly, Jezus is Heer, werd per dienst in subthema’s uitgewerkt. De boodschap van de kerkleiders richtte zich op wie we als KvdN zijn en wat vanuit onze traditie belangrijk is. Zij probeerden ons bijeen te brengen rondom de kern van onze boodschap. Zij deden dit ieder op hun eigen wijze. Hierdoor waren het steeds weer andersoortige preken, de ene zat theologisch en retorisch goed in elkaar, de ander was Bijbels beschouwend of juist sterk emotioneel appellerend, maar met elkaar vormden ze een eenheid. In vergelijking met voorgaande keren sprak het mij meer aan. Of dit iets zegt over de kerkleiders of over mij laat ik maar even in het midden.

Wat mij opviel was de samenbindende toon. Hun aandacht ging uit naar wat ons als Nazareners samenbindt, en wat wij vanuit onze traditie steeds benadrukt hebben. Het waren geen preken die bepaalde zaken op scherp zetten of campagne maakten voor een bepaalde positie. Ik benoem dit omdat in de maanden voorafgaand aan de General Assembly de algemene leiders behoorlijk wat kritiek hebben gekregen op een ruling over Nazarener identiteit die zij hadden uitgevaardigd. Wat er allemaal over de lijn van de kerkleiders beweerd werd op sociale media heb ik niet geproefd in hun prediking, en ook niet tijdens de vergadering.

De diensten reikten een model aan van wat wij onder een Nazarener viering verstaan. De muziek was van hoge kwaliteit. De zangers kwamen uit verschillende culturele groepen. De liederen die gezongen werden waren inhoudelijk sterk en sloten goed aan op het thema. Alles was redelijk sober, de zaal werd niet opgezweept met emoties, er werd niets opgelegd, het was een middenweg tussen orde en spontaniteit, rekening houdende met de culturele diversiteit en grote groep van 7000 tot tegen de 15.000 op zondagmorgen. In elke dienst was er een video-getuigenis van iemand uit een bepaald werelddeel. Voor wie iets van de diensten en de prediking wil proeven kan deze terugzien op het videokanaal van de General Assembly:  https://www.youtube.com/playlist?list=PLly7tslp18wPAchKhN3bTTuh7ICZORvnp.

Veranderingen. Dit was de eerste General Assembly na corona en in een tijd van toenemende polarisatie in vele samenlevingen en van internationale politieke spanningen. Dit was merkbaar in een toename van het wantrouwen en de argwaan. De wereld is anders geworden en ook op de General Assembly was dit merkbaar. Het stemmen over de twee nieuwe algemene kerkleiders kwam langzaam opgang omdat afgevaardigden het proces, dat niet anders was dan voorgaande keren, niet helemaal vertrouwden. Zelfs de techniek werd aan het begin niet helemaal vertrouwd. Bij de behandeling van verschillende resoluties proefde ik een wantrouwen naar de kerkleiders en de processen die gevolgd waren. Dit was echt nieuw deze keer. Ook was dit de eerste General Assembly waar de negatieve werking van sociale media werd gevoeld. Ik heb hierover geschreven in mijn verslag van de vergadering op woensdag. Zoals één van de afgevaardigden zei: Wij zijn nu bezig met dingen die we in ons Handboek veroordelen, waarop de voorzitter, één van de algemene kerkleiders zei: “This must stop!” Het was niet altijd even mooi en heilig, maar gelukkig liet de vergadering zich corrigeren en liet blijken ontvankelijk te zijn voor het werk van de heilige Geest die overtuigt van zonde.

Wat ik dit deze keer ook anders heb ervaren was de quadrennial address, het verslag van de algemene kerkleiders over de afgelopen periode, deze keer een periode van zes jaar. Meestal gaven de ontwikkeling in de internationale kerk reden om een heel positief verslag te presenteren wat bij mij nog wel eens verkeerd landde alsof wij de meest fantastische kerk zijn. Dit jaar hoorde ik meer zorg. Weliswaar hebben we in de afgelopen zes jaar 700.000 nieuwe leden verwelkomd, maar we hebben er ook 600.000 verloren. In 2022 is het totaal aantal leden van de KvdN afgenomen. De totale inkomst van de kerk zijn in de afgelopen zes jaar wereldwijd niet gegroeid. De kerk in Amerika is een vergrijzende kerk die nog steeds voor 90% van alle WEF inkomsten zorgt.

Een andere ontwikkeling betreft de wijze van vergaderen. Om alle resoluties grondig te kunnen behandelen werd meer invloed gegeven aan de commissies en werd de tijd voor elke resolutie beperkt tot 20 minuten en voor iedere spreker tot 3 minuten. Het huishoudelijk reglement was een aardig pakket van vergaderregels waar we mee instemden, maar die regelmatig als inperkend ervaren werden waardoor soms een resolutie niet de aandacht kreeg die het verdiende. Voor 56% van de meer dan 1000 afgevaardigden was dit de eerste General Assembly. Voor iedereen die zo iets voor het eerst meemaakt is het een flinke sprong in het diepe om alles goed te begrijpen.

Ik denk dat deze vergadering duidelijk heeft gemaakt dat we de grenzen van de huidige manier van vergaderen bereikt hebben en dat de kerk moet nadenken over een aantal ingrijpende aanpassingen. Ik denk dat er veel meer toerusting moet komen van de afgevaardigden, zij moeten over soms ingrijpende zaken een besluit nemen. Er zal meer uitleg moeten komen over het waarom van een aantal resoluties, en het werk van de commissies kan nog verder uitgebreid worden. De weg die al is ingeslagen om voor ingrijpende resoluties een internationale werkgroep in het leven te roepen blijkt uiterst noodzakelijk. Zo heeft de vergadering een statement over gender identity aangenomen (CA713) waar een internationale commissie aan gewerkt had.  In de discussie werd er door verschillende afgevaardigden van alles over gezegd, en als we de tijd niet op 20 minuten hadden gezet was het gesprek nog veel langer doorgegaan. Sommigen van de sprekers hadden de intentie van de resolutie niet goed begrepen, anderen gingen in op bepaalde details die voor hen belangrijk waren maar echt behulpzaam was het allemaal niet. De vorm van de vergadering was niet geschikt om over een dergelijk complex thema te spreken volgens de vergaderregels van Robert’s Rules of Order. Er zal een andere manier gevonden moeten worden om over complexe resoluties die veel emotie oproepen met elkaar in gesprek te zijn en afwegingen te maken, of om het werk van een commissie te accepteren zonder eigenhandig nog aan details te sleutelen. Dit vergt weer vertrouwen en helaas was dit er niet altijd.

Tegenstellingen. Tegenstellingen zijn aanwezig in een internationale kerk van 2,6 miljoen leden in 164 landen. Net als in andere internationale kerkgenootschappen zijn deze vooral voelbaar als het om ethische kwesties gaat. Hoe ver moet de kerk gaan in het omschrijven van standpunten voor de hele kerk en hoe veel ruimte moet zij laten voor verschillende culturen. Voor de één zijn bepaalde formuleringen al veel te ruim en voor de ander voelt het nog steeds veel te inperkend. Zoals te verwachten was menselijke seksualiteit een groot thema. Sommige districten wilden §31 uit ons Handboek over menselijke seksualiteit aanpassen en bepaalde uitspraken scherper formuleren. Deze voorstellen waren in de commissie na een lange discussie al afgezwakt maar levereden alsnog flink veel discussie op in de vergadering zelf. Uiteindelijk was er voor geen van de voorstellen een 2/3 meerderheid en blijft het bij wat het was. Na veel discussie en veel emoties blijft het zoals het was. Ik ben er blij mee, maar anderen zullen teleurgesteld zijn.

Tegen mijn verwachting in haalden de meeste voorstellen voor aanpassingen van een aantal van onze geloofsartikelen niet de nodige 2/3 meerderheid. Deze wijzigingen betroffen voornamelijk de formuleringen en waren geen substantiële inhoudelijke standpuntswijzigingen. Ik denk dat dit vooral aan het proces te wijten is, een gebrek aan informatie, en ook aan een gebrek aan leiderschap van de kerkleiders. De tegenstelling die mij duidelijk werd was tussen wat American holiness wordt genoemd en Wesleyan holiness. Het klimaat waarin de KvdN in Amerika ontstaan wordt omschreven als American holiness en wordt gekenmerkt door een sterk accent op de ervaring van volkomen heiligmaking als een tweede werk van genade. Sinds de jaren ’70 heeft zich een heroriëntatie voltrokken in deze klassieke Nazarener heiligingstheologie. De oorzaken van deze heroriëntatie hebben te maken met een herontdekking van het theologisch denken van Wesley, een opleving van een meer Bijbels-theologische benadering, en een wijziging in de wijze waarop mensen getuigden van heiliging in hun leven. Deze heroriëntatie wordt het sterks gevoeld in Amerika, buiten Amerika heeft het American Holiness denken nooit zo veel invloed gehad. Langzaamaan reflecteert de KvdN in haar belijdenis een Wesleyan Holiness positie die sterker Bijbel verankerd is en minder eenzijdig één aspect van het Bijbelse getuigenis verwoordt. Velen met mij staan achter deze ontwikkeling, maar met name in Amerika zijn er long-standing Nazareners die deze ontwikkeling zien als een substantiële wijziging van de Nazarener traditie waarin zij zijn opgegroeid. Deze groep kijkt dan ook met grote argwaan naar de Nazarener universiteiten in Amerika en met name de theologische faculteiten, die in hun ogen de kerk de verkeerde richting opsturen.

De vraag die me bezig houdt is hoe we met dergelijke ethische en theologische tegenstellingen één internationale kerk kunnen zijn. Onze ethiek moet altijd gefundeerd zijn in onze theologie, maar als er ook tegenstellingen bestaan over onze theologie, en zelfs over geloofsartikel 10 over heiliging dan wordt het wel heel erg lastig. In Nederland hebben we ook te maken met verschil van mening maar we zijn klein en velen kennen elkaar en wij weten dan door de onderlinge relaties toch een weg vooruit te vinden. Dit is onmogelijk in een grote internationale kerk. Dit wordt de uitdaging voor de kerk in de komende jaren. Leiderschap in deze beweging moet komen vanuit het midden en niet vanuit de flanken. Deze flanken zijn in de discussies vaak het luidst vertegenwoordigd en representeren de meer extreme posities waardoor polarisatie kan ontstaan. De flanken zijn nodig in de discussie maar vormen ook een groot gevaar. Leiderschap vanuit het midden moeten naar beide kanten toe bruggen bouwen. Ten tweede zal elke discussie moeten plaats vinden met de Bijbel open in het midden. Wat ik hiermee bedoel is dat wij steeds weer moeten luisteren naar het Bijbelse getuigenis, niet om onze positie nog verder te onderbouwen en te verdedigen maar om te kijken waar wij in onze mening te eenzijdig zijn. Wanneer beide kanten steeds weer tot deze luisterende houding kunnen komen zie ik mogelijkheden. Dan blijven we elkaar vasthouden en blijven we in gesprek over wat de Bijbel ons zegt, in de hoop elkaar beter te kunnen begrijpen ook al zullen we het niet helemaal eens worden.

Ik denk dat wij vanuit Nederland de internationale kerk iets te bieden hebben. Ik merk dat de pragmatische Nederlandse instelling van het zoeken naar wat wel mogelijk is en het open en eerlijk op de tafel leggen van de meningsverschillen een kwaliteit is die de kerk kan helpen. Waar wij al meer dan 20 jaar in gesprek zijn over zaken rondom LHBTI en een weg gevonden hebben om met onze meningsverschillen om te gaan bespeur ik dat in andere districten het gesprek nog steeds niet mogelijk is. Daar wordt meer over elkaar dan met elkaar gesproken. Wij weten hoe lastig dit gesprek is als de meningen tegenover elkaar staan, maar wij weten ook dat gesprek de enige heilzame weg is.

Hoopvol. Na het overwegen van alle positieve en negatieve ervaringen en impressies slaat de balans bij mij toch door naar het positieve. Ik was bang voor nog meer polarisatie, ik vreesde dat angst voor de toekomst het zou winnen van de moed om nieuwe wegen te verkennen waardoor men het verleden gaat verheerlijken. Het had ook helemaal fout kunnen gaan. Dit alles is niet gebeurd. Er is veel gebeden. Deze gebeden voor de eenheid en het welzijn van de kerk zijn verhoord. De vele onderlinge gesprekken die ik had geven me hoop. Ik voel me verbonden met zo vele Nazareners, die net als ik de kerk welgezind zijn en niets liever willen dan dat de kerk eensgezind haar missie vervult.

Als Nederlandse kerk willen ons verbinden met de internationale kerk en ons steentje bijdragen. Met twee leden vanuit ons district in de Algemene Raad, Wouter Boor en Dennis Mohn, hebben wij een stem aan de tafel waar belangrijke besluiten genomen worden. Zij zullen ook ons mee kunnen nemen en informeren over de internationale ontwikkelingen in onze kerk. Ook ik heb een rol te vervullen in dit geheel als Regional Education Coordinator voor Eurazië en Field Strategy Coordinator voor Noord Europa. Hoopvol gaan we deze periode van vier jaar in en bidden dat God ons zal leiden en zegenen.

3 gedachten over “General Assembly – Een terugblik

  1. Dank Antonie voor je reflecties!
    De diversiteit die je beschrijft in hoe binnen onze kerk wordt gedacht, gevoeld, gelooft, getheologiseerd etc. laat zien hoeveel groter God is dan wij in onze pelgrimages ieder voor zich weten te ‘pakken’. Door jouw woorden besef ik te meer hoe wij slechts samen, al zoekende en met elkaar dialogiserende, Zijn grootheid en goedheid mogen proeven. Geloof door Liefde werkende.

    Like

Geef een reactie op BobK. Reactie annuleren