Een medepredikant en ik deelden elkaars observaties over hoe predikanten het werken in de gemeente ervaren. Onze inventarisatie bestond uit drie sleutelwoorden: teleurstelling, pijn en verlangen. Teleurstelling over de mate van geestelijke groei in de gemeentes en bereidheid om te veranderen. Pijn over conflicten in de gemeentes en over de eigen beperkingen om de gemeentes te leiden. Verlangen om meer naar buiten gericht te zijn en minder het “kerkelijke spel” te hoeven spelen.
Toen ontstond het idee om 10 dagen te bidden en vasten voor vernieuwing van onze kerkelijke gemeenschappen. Bidden voor onszelf, voor jou en voor mij. Voor elke dag heb ik een gebedsbrief geschreven waarvoor ik een aantal essentiële hoofdstukken uit het Nieuwe Testament heb uitgekozen zodat ons bidden een reageren vanuit het Woord van God is. De gebedsthema’s zijn bewust niet heel concreet gemaakt of zijn als vragen verwoord. De bedoeling is dat jij de woorden uit de Bijbel concreet maakt in jouw gebed.
DAG 10 – Bidden voor de kerk onderweg (Hebreeën)
Hebreeën is een lang betoog. Het is geschreven aan een groep die de vurigheid en ijver van vroeger is kwijtgeraakt. Ze zijn achterop geraakt (6:11-12; 10:35-36). Ze zijn gestagneerd in hun geloofsgroei. Ze hadden eigenlijk allemaal leraar moeten zijn maar hebben het nog nodig dat de eerste beginselen van het geloof hen worden bijgebracht (5:12-14). Zij zijn niet volwassen geworden in het geloof. Ondanks deze confronterende woorden is de brief een bemoediging voor deze mensen. In ons uitstrekken naar vernieuwing willen we de woorden van deze brief ter harte nemen en bidden voor een nieuwe aanraking van de heilige Geest.
Hebreeën staat bekend om de uiteenzetting van Christus als hogepriester. Christus kent het leven “van binnenuit.” Hij weet wat het is om mens te zijn en kan met onze zwakheden meevoelen. Daarom kunnen we zonder schroom tot God naderen (4:14-16; 10:19-22). Ook al is er van alles niet orde in de gemeente en doet het ons verdriet of schamen we ons er zelfs voor, we kunnen “zonder schroom de troon van Gods genade naderen, waar we telkens als we hulp nodig hebben barmhartigheid en genade vinden”(4:16). Waar mensen in of aan de rand van de gemeente soms ongezouten kritiek hebben – en waar vaak in meer of mindere mate een kern van waarheid inzit – ons uit ons evenwicht brengen weten we dat we bij God barmhartigheid en genade vinden omdat Jezus onze hogepriester is, die in alles met ons kan meevoelen. Bid dat de kerk in lastige tijden steeds zonder schroom Christus de hogepriester zal zoeken.
Christus is de hogepriester van een nieuw en beter verbond (8:6) dat God reeds in het Oude Testament beloofd had. Door het offer van Christus is de macht van de zonde gebroken (9:26) en door de heilige Geest legt God zijn wetten in het hart van de mensen en schrijft deze in hun verstand (8:10; 10:16). Bid voor een uitstorting van de heilige Geest over de gemeente zodat geloof verder verinnerlijkt mag worden en zich zal nestelen in de harten van de mensen zodat zij vernieuwd worden.
De kerk is een gemeenschap onderweg. Niet alles gaat goed, er zijn gebreken en er heerst ook zonde in de kerk. Na een heel hoofdstuk over geloofsgetuigen lezen we in 12:1-2: “Nu wij door zo’n menigte geloofsgetuigen omringd zijn, moeten wij elke last van ons afwerpen, evenals de zonde waarin we steeds weer verstrikt raken, en vastberaden de wedstrijd lopen die voor ons ligt. Laten we daarbij de blik gericht houden op Jezus.” En het gedeelte eindigt met de aansporing: “Hef daarom uw slappe handen op, strek uw knikkende knieën, en kies rechte paden, zodat een voet die gekneusd is niet verder ontwricht raakt, maar juist geneest” (12:12-13). Bid dat de Geest de kerk leidt op deze weg. Bid dat de kerk niet zelfingenomen zal zijn, maar ook niet onzeker vanwege wat nog niet goed is. Bid dat de kerk de blik gericht houdt op Jezus, de grondlegger en voltooier van ons geloof.