Hoe begin je als kleine groep een kerk? De zeven mensen die in 1967 de Kerk van de Nazarener in Nederland oprichtten stonden er niet alleen voor. De internationale kerk ondersteunde de groep financieel en reikte een ondersteunend netwerk aan. Het plan dat in het najaar van 1966 was opgesteld voorzag in de aankoop van een pand met bijbehorende woning, alsook het uitgeven van een maandblad. Het uitgeven van een blad ging sneller dan het ombouwen van een pand aan de Zijlweg in Haarlem, zodat in het voorjaar van 1967 het eerste nummer van het blad Heiligingsleven verscheen, enkele maanden voor de eerste officiële dienst.
De editorial van de redactie begint met deze woorden: “Dit blad wil een ernstige oproep zijn tot heiliging”, en het eindigt met: “Dit blad wil niet spreken over het heiligingsleven, maar een getuigenis zijn van een heiligingsleven, zodat openbaar wordt, wat niet langer verborgen kan blijven”. Het blad had de Engelstalige uitgave van de kerk “Herald of Holiness” en de Duitse uitgave “Heiligungsbotschafter” tot voorbeeld zonder dat het een kopie was van die bladen. Het was een blad “met een geheel eigen karakter, afgestemd op het Nederlandse volk”.
Deze woorden weerspiegelen de gedrevenheid van de kleine groep en de taak die zij voor zich zagen. De verschillende personen uit de pioniersgroep schreven de stukjes zelf. Maar er werden ook vertalingen geplaatst van bijvoorbeeld delen uit een boekje van M.E. Redford over heiligmaking, gevolgd door delen uit Plain Account van John Wesley. Ook waren er vertaalde berichten van Nazarener zendelingen zoals Richard Zanner, Samuel Young en Paul Orjala. Ook schreef Cor Holleman series artikelen zoals “Een heilige levenswandel met onze kinderen” en “Schaduwen van de valse profeet”.
Het blad werd in zwart-wit uitgegeven en gedrukt in de Nazarener uitgeverij van de kerk in Frankfurt. Het had tot doel om de boodschap van heiliging in Nederland te verspreiden. Regelmatig is de aansporing te lezen om het blad te geven aan anderen of abonnees aan te melden. In het aprilnummer van 1968 staat zelfs een “oproep tot een levend oecumene” van mensen die verlangen naar de eenheid in de Geest die de grenzen van kerken en organisaties te boven gaat. Enerzijds ziet de kleine groep zich als middel om dit doel te bereiken, anderzijds “willen wij de Kerk van de Nazarener weer verliezen in een hogere, nieuwe en levende oecumene gevormd door allen, die Gods geboden bewaren en het getuigenis van Jezus hebben”. Het is duidelijk dat in de beginjaren de kerk meer gericht was om christenen te bereiken die de diepte van het leven vanuit de Heilige Geest wilden verkennen. Het bereiken van de buitenkerkelijken leefde toen nog niet zo sterk.
Sporadisch waren er mededelingen over de activiteiten van de gemeente in Haarlem. In het eerste nummer stond dat een pand aan de Zijlweg 297 was aangekocht om diensten en zondagsschool te gaan houden. In het derde nummer werd vermeld dat er iedere zondag om 10:00 uur en 19:30 uur diensten gehouden werden, en in het vierde nummer was er de mededeling van het kerkbestuur dat Cor Holleman de voorganger van de gemeente was geworden en met zijn gezin naar het pand aan de Zijlweg was verhuisd.
Het laatste nummer verscheen in maart 1970. In een brief aan de lezers in dat nummer wordt uitgelegd dat de herderlijke taak van de kleine maar groeiende gemeente steeds meer tijd vraagt, waardoor het tijdrovende werk van het uitgeven van een maandblad niet meer voort te zetten is. Dit was een belangrijke beslissing waarin voorrang werd gegeven aan het opbouwen van een lokale kerkelijke gemeenschap ten koste van de verspreiding van de heiligingsboodschap in de Nederlandse taal via de uitgave van een maandblad.
In het laatste nummer wordt ook melding gemaakt van de aankoop in februari 1970 van het perceel aan de Zijlweg 218. De aanleiding was dat er onvoldoende ruimte was voor de zondagsschool voor de kinderen in het pand aan de Zijlweg 297, en dat weldra ook de kerkzaal te klein zou zijn. Door de schenking van Harold Bell, een Nazarener uit Californië (Amerika) kon tot de koop overgegaan worden. In het woonhuis op 218 zou voorlopig de zondagsschool gehouden worden, en de kerkdienst op Zijlweg 297. Het plan was dat het huis afgebroken zou worden “om plaats te maken voor een kerkje van ongeveer 250 zitplaatsen, vergaderzalen, zondagsschool en handarbeidlokalen, jeugdzaal, bibliotheek, kindercreche etc. Verder is er voldoende ruimte voor een speelweide en sportveldje met het oog op de Vakantie Bijbel School in de zomer”.
Na het besluit om te stoppen met het blad Heiligingsleven ging de gemeente verder met de uitgave van een eenvoudig gestencild mededelingenblaadje met informatie van en over de gemeente.