Korte samenvatting: Dit artikel gaat terug naar de T-splitsing waar deel 7 mee eindigde. Het legt het dilemma nog een keer kort uit als ook de keuze die gemaakt is. De weg verder bestaat uit twee sporen: Enerzijds een bredere Bijbelse reflectie dan alleen de uitleg van de passages over homoseksualiteit, en anderzijds te rade gaan bij aanvullende bronnen naast de Bijbel, namelijk traditie, wetenschap en ervaring. Het artikel begint met dit tweede spoor. Eerst wordt deze methode verder uitgelegd met een voorbeeld van John Wesley. Vervolgens wordt de traditie binnen de Kerk van de Nazarener verkend. Er wordt uitgelegd hoe de verschillende gezaghebbende uitspraken over leer, ethiek en organisatie tot stand komen op de vierjaarlijkse Algemene Vergadering. Dan wordt ingegaan op het nieuwe artikel in het Handboek van de Kerk van de Nazarener over menselijke seksualiteit om de nieuwe toon van het spreken van de kerk te horen. Het artikel sluit af met een viertal richting wijzende conclusies voor onze zoektocht.
In dit artikel pakken we de draad op van deel 7 van deze serie. Na onze verkenning van de verschillende Bijbelpassages over homoseksualiteit en de huidige inzichten over homoseksuele oriëntatie hebben we onze situatie beschreven als staande op een T-splitsing, waar een keuze gevraagd wordt om verder te gaan. De vraag was of de Bijbel in haar spreken over homoseksuele praktijken uitgaat van een zelfde visie op homoseksualiteit als die gangbaar is heden ten dage, of dat de huidige kennis over homoseksuele geaardheid van mensen een inzicht is dat de Bijbelschrijvers niet hadden.
Deze vraag is niet veel anders dan die de kerk zich moest stellen na de ontdekking van Galileo dat we niet in een geocentrisch universum leven waarin de zon om de aarde draait, met dit verschil dat onze vraag directe gevolgen heeft voor onze ethische visie. Want als we van mening zijn dat de Bijbel uitgaat van homoseksuele geaardheid, dan zijn de uitspraken die de Bijbel doet ook vandaag nog steeds direct toepasbaar. Dan rest er alleen nog maar een uitwerking van hoe we die Bijbelse waarheid toepassen op de situaties waar de gemeente mee te maken heeft. Maar als we vinden dat de huidige visie op homoseksuele oriëntatie een nieuw inzicht is en onbekend was toen bijvoorbeeld Paulus Romeinen 1 schreef, dan zal zelfs de meest grondige exegese van de passages ons niet afdoende helpen in het beantwoorden van de vragen die we hebben. Dan komt het aan op hoe we die verzen interpreteren in het licht van de hele Bijbel. Dan moeten we verder lezen in de Bijbel en verder denken door Bijbels-theologische lijnen door te trekken en toe te passen op situaties die buiten het blikveld van het Bijbelse getuigenis liggen. Dit is dan niet zo zeer een exegetische bezigheid (uitleggen van wat er staat), maar een hermeneutische (interpreteren van hoe het bedoeld was en wat het voor het heden betekent).
Op de T-splitsing staan en niet kiezen is geen optie. Hoe moeilijk we het ook vinden, we hebben een keuze te maken omwille van de boodschap van het evangelie dat we willen verkondigen en om mensen te kunnen helpen. Het is een gegeven dat Christenen op dit punt verschillende keuzes maken, en dat er dus verschil van mening is. Deze meningsverschillen vinden we niet alleen tussen de verschillende soorten kerken, en zijn dan ook niet terug te voeren tot een liberale of evangelisch-orthodoxe interpretatie van de Bijbel. Ze zijn aanwezig binnen de kerkgenootschappen, tussen mensen met een even grote liefde voor God en zijn Woord, en tussen mensen met een even grote compassie voor hun medemensen. En ook binnen de Kerk van de Nazarener maken mensen op deze splitsing verschillende keuzes. Dit verschil van mening zullen we moeten accepteren zonder elkaar te veroordelen, of het geloof van anderen of hun loyaliteit aan de Bijbel als Woord van God in twijfel te trekken. Tevens zullen we in gesprek moeten blijven met elkaar en altijd weer open staan voor de mogelijkheid dat wij het fout zien of iets over het hoofd zien.
Wij hebben in artikel 7 de keuze gemaakt voor de tweede optie dat het niet aannemelijk is dat de Bijbel uitgaat van een homoseksuele oriëntatie zoals wij die nu zien. Door gebrek aan bewijslast kunnen we niet met de eerste optie meegaan die ervan uitgaat dat homoseksualiteit in de tijd van de Bijbel gelijk is aan die in onze tijd. In onze ogen is de eerste optie een te wankele basis voor de weg die we als kerkgenootschap willen gaan; er is hierover teveel discussie en verschil van mening onder Christenen. In plaats van een standpunt in te nemen waar verschil van mening over heerst, namelijk dat de Bijbel uitgaat van homoseksuele oriëntatie zoals wij er nu over spreken, lijkt het ons beter voorzichtiger te zijn. Met onze keuze voor de tweede optie zeggen we dat we het niet zeker weten, of het onwaarschijnlijk achten. Anders gezegd, de eerste keuze gaat uit van een stelligheid die we niet kunnen onderschrijven, de tweede doet meer recht aan de voorzichtigheid die naar onze mening juist geboden is.
In de afsluitende zinnen van artikel 7 schreven we dat we met onze keuze voor de tweede optie de gehele Bijbel moeten laten spreken en moeten luisteren naar het hele verhaal en niet alleen inzoomen op een enkel thema. En ten tweede dat we aanvullende bronnen naast de Bijbel moeten gebruiken, zoals de kerkelijke traditie, de wetenschap en de menselijke ervaring. In de theologie wordt dit de Wesleyaanse vierhoek genoemd. In dit artikel beginnen we met te vertellen hoe deze vierhoek werkt om vervolgens een begin te maken met de vraag hoe traditie ons aanvullende informatie kan verschaffen. In het volgende artikel gaan we hierop door en zullen dan ook gaan verkennen wat wetenschap en ervaring ons kunnen aanreiken. In artikel 11 zullen we teruggrijpen naar de eerdere exegetische artikelen om vervolgens het verhaal van de Bijbel breder te vertellen en te zoeken naar hoe dat ons kan helpen in de vragen die we hebben, en die we zullen tegenkomen in dit en in het volgende hoofdstuk.
Wesleyaanse vierhoek
De Wesleyaanse traditie reikt een model aan dat ons kan helpen verder te komen op onze weg. Het wordt de Wesleyan quadrilateral genoemd, of wel de Wesleyaanse vierhoek en is gebaseerd op John Wesley’s wijze van theologiseren. De Bijbel was voor Wesley de gezaghebbende bron voor geloven en handelen, maar hij erkende dat de Bijbel niet overal een duidelijk antwoord op heeft. Voor de open eindjes, of voor de interpretatie en toepassing van passages uit de Bijbel ging hij vaak te rade bij aanvullende bronnen. Zo kon hij hulp zoeken in de Christelijke traditie. Dan ging hij te rade bij uitspraken van bijvoorbeeld kerkelijke concilies, of bij de gezaghebbende vaders van de kerk zoals Clemens van Alexandrië en Johannes Chrysostomus van Constantinopel. Vaak viel hij terug op hoe men dingen had geformuleerd in de Anglicaanse traditie waarin hij was opgegroeid en geschoold. Hierin erkende hij dat hij niet op zichzelf stond, maar dat hij kon leren van mensen die hem waren voorgegaan. Ook ging hij te rade bij de wetenschap, wat hij verwoordde als human reason, de menselijke rede. Dit hield voor hem ook in het verder doordenken van bepaalde vraagstukken, of het logisch redeneren. Tenslotte viel hij ook terug op de ervaring en het getuigenis van mensen. Hoe gebeuren dingen in de praktijk? Hoe werkt God in het leven van mensen?
We willen een concreet voorbeeld noemen van de wijze waarop Wesley theologie bedreef over kwesties waar de Bijbel niet helder over spreekt. Eén van de grote strijdpunten tijdens zijn leven was de vraag of de volkomen heiligmaking een plotselinge verandering in de gelovige is of de vrucht van een geleidelijk werk van Gods Geest. Het was de bekende vraag: “Does God work it gradually, by slow degrees; or instantaneously, in a moment?”[1] In de preek waarin hij deze vraag stelt zegt hij dat de Bijbel op deze vraag geen antwoord geeft en dat iedere Christen vrij is een keuze te maken op de voorwaarde dat ook de ander de vrijheid heeft een eigen keuze te maken.[2]
Maar daar laat Wesley het niet bij. Hij vertelt in de volgende paragraaf over de vele getuigenissen van mensen die de volkomen heiligmaking als een plotselinge verandering hadden ervaren. Hij vertelt zelfs ook hoe hij deze mensen bloot stelde aan interviews en hen indringende vragen stelde. En op grond van dit aanvullend getuigenis van de ervaring van deze mensen raakte Wesley ervan overtuigd dat volkomen heiligmaking het gevolg was van een plotseling werk van de Heilige Geest. In een ander geschrift laat Wesley duidelijk merken dat hij zich door dit bewijs vanuit de ervaring laat leiden, geheel in lijn met de filosofische traditie van het Empirisme van zijn tijd. Hij zegt dat mocht het blijken dat niemand in Engeland heiligmaking ervaart op de wijze zoals hij en vele andere predikers het verkondigen, hij dan moet erkennen dat zij de Bijbel op dit punt verkeerd hebben begrepen.[3]
De Wesleyaanse vierhoek betekent dat naast het onderzoek van de Bijbel als primaire bron, wij ons ook moeten verdiepen in de traditie, de wetenschap en de ervaring van mensen en de praktijk van het leven om tot bepaalde uitspraken te komen. Deze methode is niet alleen behulpzaam bij theologische kwesties, zoals zonde, verlossing, heiliging, maar zeker ook bij theologisch-ethische verhandelingen.[4]
Traditie in de Kerk van de Nazarener
Traditie is de eerste van de drie aanvullende bronnen naast de Bijbel. Wij willen kijken naar hoe er over homoseksualiteit is gedacht binnen de traditie van de Kerk van de Nazarener en zullen uitgebreid stil staan bij de herformulering van de visie van de kerk op menselijke seksualiteit, die in 2017 op de Algemene Vergadering is aangenomen. In het volgende artikel zullen we een summier kijkje nemen bij onze Wesleyaanse zuster kerkgenootschappen en kijken hoe de aan ons verwante kerken in Nederland met homoseksualiteit omgaan.
Als Kerk van de Nazarener in Nederland zijn we deel van een groter geheel en participeren wij in een traditie die ouder en breder is dan wat wij als Nederlandse kerk hebben opgebouwd. Dit betekent dat wie wij zijn niet volledig door ons in Nederland bepaald kan worden; veel is en wordt ons ook gegeven. Traditie wordt vaak als inperkend en regulerend gezien, maar het verschaft ook een cultuur en structuur waardoor dingen doorgaan, ook als wij er niet meer zijn. Traditie is de weerslag van hoe wij over een langere periode dan één of twee generaties de dingen doen en over zaken denken. Traditie is de cultuur die de kerk identiteit geeft en die persoonlijke voorkeuren en tijdgebonden besluiten overstijgt.
Veel van die traditie is verwoord in het Handboek van de kerk. Iedere vier jaar heeft de kerk de gelegenheid om wijzigingen aan te brengen in de verwoordingen van wie we zijn en hoe we dingen doen. Dit gebeurt op de Algemene Vergadering of Assemblée met vertegenwoordigers uit alle delen van de wereld. Ook uitspraken, of officiële standpunten van de kerk over bepaalde vraagstukken worden op die vergadering bepaald. Belangrijk te onderstrepen is dat deze uitspraken geen besluiten zijn van een select gezelschap van leiders in onze kerk, maar gedaan worden door een zeer brede en gekozen vertegenwoordiging van meer dan 800 mensen uit alle delen van de wereld. In die zin zijn het uitspraken van de internationale kerk, het grote collectief waar iedere landelijke kerk deel van uitmaakt.
Ten tweede is het goed te benadrukken dat elke vier jaar de kerk uitspraken kan wijzigen, aanvullen of herformuleren. De geschiedenis van de Algemene Vergaderingen overziende blijkt ons Handboek een levend document te zijn en verre van een document bestaande uit niet te veranderen regels en richtlijnen. In de uitspraken van de kerk zijn er drie verschillende gradaties van belangrijkheid. Ten eerste is er de constitutie (paragrafen 1-27), met onder andere de geloofsbelijdenis. Deze heeft het hoogste gezag, en eventuele veranderingen vereisen een uitgebreid proces en ratificatie achteraf door de districten. Ten tweede worden in het convenant van Christelijk gedrag (paragrafen 28-35) een aantal algemene ethische thema’s behandeld, bedoeld als leidraad voor het leven van de Nazareners. Deze regels kunnen gewijzigd en aangevuld worden door twee-derde meerderheid van de stemmen op de Algemene Vergadering. Ten derde zijn er de uitspraken over hedendaagse morele en sociale kwesties (paragrafen 914-933) die in de appendix van het Handboek zijn opgenomen. Deze uitspraken hebben een geldigheid van 12 jaar, waarna de Algemene Vergadering een besluit neemt om deze uitspraken te herzien, te handhaven of te verwijderen.
Verandering in het spreken over menselijke seksualiteit
Tijdens de laatste Algemene Vergadering in 2017 is de hele visie op menselijke seksualiteit en huwelijk herschreven, zodat er nu één samenhangend artikel is in plaats van losse uitspraken. Er is vier jaar lang aan deze herziening gewerkt door een internationale commissie en hun werk is met een overweldigende meerderheid van stemmen (97%) aangenomen. Het bijzondere aan deze herziening is niet de inhoud, maar de toon. Het betreft niet zo zeer een wijziging van het formele standpunt van de kerk, maar meer een andere wijze van ermee omgaan waarin genade en waarheid samen opgaan. Het is een zoeken naar een weg om overtuiging en onvoorwaardelijke liefde steeds in evenwicht te houden. Daarom is de argumentatie die deel van het voorstel was even belangrijk als de uiteindelijke tekst zelf die is aangenomen. Aan het einde van dit artikel is de nieuwe tekst te lezen, tezamen met de argumentatie.
De nieuwe tekst is geschreven vanuit de erkenning dat de gesprekken over seksualiteit heel moeilijk maar tevens heel belangrijk zijn. Seksualiteit raakt de kern van ons wezen; de behoefte aan verbinding met anderen. Discussies hierover kunnen scheiding tussen mensen veroorzaken als ook scheuring in gemeenschappen. Daarom is er voor gekozen om de pastorale overwegingen niet te scheiden van de ethische overwegingen. In de woorden van het document: “Het is niet genoeg om als kerk de juiste visie te hebben, de kerk moet ook naar alle mensen toe reageren op een wijze die de liefde en genade van God, zoals geopenbaard in Christus, weerspiegelt.” Dit betekent dat het altijd om mensen gaat met een verhaal en nooit om “kwesties”, en dat wij altijd gericht dienen te zijn op de gevolgen van ons handelen. Zó willen we als Kerk van de Nazarener met mensen spreken over seksualiteit en huwelijk. Het gevaar is dat we met het gelijk aan onze kant nog altijd verkeerd bezig kunnen zijn en tegen God kunnen zondigen.
Het nieuwe artikel is ook geschreven vanuit het bewustzijn dat gesprekken over menselijke seksualiteit in zeer diverse contexten plaatsvinden. Onze kerk opereert in zeer verschillende culturen en uiteenlopende politieke regimes, van een open samenleving zoals de Nederlandse, waar de rechten van de mensen ongeacht geslacht en wijze van samenleven geaccepteerd zijn, tot landen waar rechten van onder anderen vrouwen en homo’s zeer beknot zijn en er nog vele taboes rusten op verschillende thema’s. Ook erkent de kerk de veranderingsprocessen die gaande zijn in onze samenlevingen en hoe de jongere generatie anders omgaat met deze veranderingen dan de oudere. Daarom wordt in de toelichting erkend dat we als internationale kerk geen unanimiteit zullen vinden in deze belangrijke thema’s over menselijke seksualiteit en dat we onze eenheid in een aantal essentiële overtuigingen moeten zoeken en elkaar verder ruimte en vrijheid moeten geven.[5] We zullen geen gesloten gelederen krijgen en zullen dus een weg moeten vinden om met de meningsverschillen om te gaan, zonder dat de spanning verder oploopt en de kans op scheuring toeneemt. Het nieuwe artikel biedt dan ook een algemene Bijbels theologische visie aan, die ieder district en iedere gemeente in zijn context verder kan uitwerken en toepassen.
Het artikel over menselijke seksualiteit is opgedeeld in drie delen. Het eerste vertelt over de mens als relationeel wezen, geschapen naar het beeld van God met een diep verlangen naar verbinding met anderen als de kern van ons zijn. Dit verlangen vindt vervulling in het lichaam van Christus, waar we tot één in Christus gevormd worden en als leden van het lichaam met elkaar verbonden zijn. Het huwelijk wordt omschreven als een bijzondere verbintenis van twee mensen uit het lichaam van Christus, die een afspiegeling is van de eenheid tussen Christus en de gemeente. Theologisch gezien is het huwelijk een subcategorie van, en daarmee ondergeschikt aan het overkoepelende lichaam van Christus waarvan alle gelovigen, ook singles, weduwen en wezen, in verbondenheid met elkaar en Christus deel uitmaken. De nadruk op families en gezinnen mag nooit afbreuk doen aan de onderlinge verbondenheid van het hele lichaam.
In het tweede deel wordt verteld van de zonde en de gebrokenheid in de schepping waardoor onze relaties verstoord worden door onzuivere motieven en verlangens, en mensen gevoed worden met leugens over seksualiteit. Deze gebrokenheid op het gebied van onze seksualiteit is gedeeltelijk het gevolg van onze keuzes, maar overkomt ons ook. En toch is Gods genade overvloedig om een verdere verwording tegen te gaan en heling te brengen. Vervolgens worden de leden van het lichaam van Christus opgeroepen om zich te onthouden van verkeerde seksuele gedragingen, zoals seksuele gemeenschap voor of buiten het huwelijk, en tussen mensen van het zelfde geslacht. Tevens wordt de kerk opgeroepen positie te nemen tegen alle vormen van pornografie, seksueel geweld en onderdrukking, die Gods heilige doelen ondermijnen.
Het derde deel eindigt met een drietal positief geformuleerde uitspraken. Dat Gods genade sterker is dan de gebrokenheid in ons leven en dat wij door de Heilige Geest vernieuwd worden naar het beeld van God. Ten tweede, dat onze lichamen een tempel zijn van de Heilige Geest en dat wij geroepen zijn om God ook met onze lichamen te verheerlijken. En ten derde worden onze gemeentes opgeroepen om liefdevolle gemeenschappen te zijn die mensen met al hun gebrokenheid opnemen.
Om het nieuwe artikel op zijn waarde te kunnen beoordelen is het belangrijk te zien waar de Kerk van de Nazarener historisch uit vandaan komt. Na een dynamische beginperiode kregen in het verloop van de twintigste eeuw wettische en moralistische interpretaties van heiliging de overhand. Dit had tot gevolg dat er behoorlijk zwart-wit werd gedacht en de tegenstelling tussen de kerk en de wereld werd aangewakkerd, met als gevolg dat de kerk steeds meer in een maatschappelijk isolement terecht kwam en haar missionaire daadkracht verloor. De kerk was teveel met zichzelf bezig. Deze houding is te herkennen in de vroegere uitspraak in het Handboek over menselijke seksualiteit, waarin homoseksuele praktijken in sterke bewoordingen veroordeeld werden, en de predikanten opgeroepen werden hier duidelijk stelling tegen te nemen. Van liefde en genade naar de homoseksuele mens is niets te lezen en de grootste zorg is om de eigen kerk zuiver te houden zonder te spreken over onze zorg voor wat er buiten de kerk gebeurt.[6]
De kentering van het klimaat in onze kerk is ingezet in de zeventiger jaren van de vorige eeuw. Toen is een beweging opgekomen om weer terug te keren tot de wortels van onze kerk en zich uit te strekken naar de armen en kanslozen in de steden, en de mensen in nood overal in de wereld. Toen is Compassionate Ministries ontstaan, de diaconale welzijnstak van onze kerk. De kerk opende zich weer meer voor de nood in de wereld zonder zich ervoor af te schermen, en dit veranderde de mentaliteit in de kerk. Een tweede oorzaak van de kentering was de internationale groei van de kerk. Van een Amerikaanse kerk werd de kerk een internationale kerk en daarmee groeide de erkenning van de diversiteit binnen de kerk en de enorme culturele verscheidenheid. En met de globalisering werden de samenlevingen multi-cultureler, alsook de opbouw van districten en plaatselijke gemeentes. Het besluit om het artikel in ons handboek over menselijke seksualiteit volledig te herschrijven is dus voortgekomen vanuit het besef dat zowel de kerk als de wereld enorm veranderd is sinds 1976, toen de kerk voor het eerst een officiële uitspraak deed over homoseksualiteit.
Evaluatie
Hoe moeten we het nieuwe spreken van onze kerk over menselijke seksualiteit interpreteren, en in welke richting wijst dit spreken voor onze zoektocht om Kerk van de Nazarener te zijn in de Nederlandse samenleving? We weten hoe elke zin bewust en zorgvuldig geformuleerd is, en proberen in de woorden de toon van het schrijven te horen. Voor onze zoektocht willen we dit artikel afsluiten met een aantal samenvattende en richting wijzende conclusies.
- De weg die het artikel aangeeft is een tweeledig spoor van waarheid en genade. Dit geeft het spanningsveld aan waarbinnen de afwegingen in iedere situatie gemaakt moeten worden. Binnen dit spanningsveld behoort Gods heilige liefde bepalend te zijn. En de kerk behoort op een dusdanige wijze met dit spanningsveld om te gaan zodat de gemeenschap altijd gastvrij is voor alle mensen.
- Het artikel legt de uiteindelijke verantwoordelijkheid bij de plaatselijke gemeente Het wil bewust niet verder gaan dan een aantal Bijbelse richtlijnen geven, maar lost het spanningsveld niet op. Het vinden van een concrete weg wordt overgelaten aan de gemeentes, want zij verstaan de lokale context en kennen de mensen die het betreft.
- De formuleringen in het artikel en het proces naar de stemming op de Algemene Vergadering waren gedreven door een verlangen naar eenheid. De kerk heeft gezocht naar een geïntegreerde Bijbels-theologische visie waar we elkaar in kunnen vinden, en die in verschillende contexten nader uitgewerkt moet worden. De overweldigende meerderheid van stemmen waarmee dit artikel is aangenomen resulteerde in feestvreugde onder de aanwezigen, maar ook opluchting, omdat iedereen besefte dat het ook voor verdere verdeeldheid had kunnen zorgen.
- Het artikel wil de kerk aanmoedigen een missionaire gemeenschap te zijn. Een kerk die een inclusieve, gastvrije gemeenschap wil zijn voor allen die de zonde en gebrokenheid van het leven ervaren. Een kerk die mensen hoop en liefde wil bieden door het heiligende en helende werk van Jezus Christus. Zo gemeente zijn betekent dat de zonde en gebrokenheid de gemeenschap binnenkomt en de heiligen van de gemeente uitgedaagd worden om lankmoediger en genadiger te zijn dan hun eigen overtuiging toestaat.
Deze vier conclusies geven richting aan onze zoektocht, maar roepen ook verdere vragen op. We zullen later op deze punten terugkomen en die nader uitwerken. In het volgende artikel willen we kijken hoe het gesprek over homoseksualiteit verloopt in kerken die aan ons verwant zijn, en willen we kijken wat we kunnen meenemen van de huidige wetenschappelijke inzichten en de menselijke ervaring.
Suggesties voor gesprek
- Het artikel begint met de T-splitsing te omschrijven die we op onze zoektocht al in artikel 7 zijn tegengekomen. Dit is één van de grote dilemma’s waar Christenen van mening verschillen en andere wegen gaan. Naar welke kant neigt uw besluit, en hoe kunnen gelovigen die op dit punt verschillend kiezen toch samen kerk zijn?
- Wat is uw mening over artikel 31 over menselijke seksualiteit? Vindt u het geschikt voor een wereldwijde kerk die werkzaam is in totaal verschillende contexten? Als u het voor onze Nederlandse situatie mocht aanpassen, wat zou u nog sterker willen bevestigen en wat zou u minder aandacht willen geven?
- Bespreek met anderen die vier richting wijzende conclusies aan het einde van het artikel. Werk deze vier eens nader uit voor uw eigen plaatselijke gemeente.
Reageren
U kunt een email sturen naar alle leden van de kerngroep (Hans Deventer, Ed van Hoof, Stephen Overduin, Erik Groeneveld, Wilma en Antonie Holleman) en bijdragen aan het gesprek. In latere publicaties zullen we ook reageren op de ontvangen reacties. Het emailadres is: hetgesprek@kvdn.nl
De vorige artikelen kunt u vinden op het ledengedeelte van de website van de landelijke kerk, http://www.kvdn.nl.
Dit artikel of delen hiervan mogen overgenomen worden met vermelding van: Uitgave van de Kerk van de Nazarener – Nederland.
BIJLAGE
Artikel 31 over menselijke seksualiteit en huwelijk uit het Handboek van de Kerk van de Nazarener(2017-2021)
De Kerk van de Nazarener ziet de menselijke seksualiteit als een uitdrukking van de heiligheid en schoonheid die God de Schepper bedoelde. Omdat alle mensen geschapen zijn naar het beeld van God, zijn zij van onschatbare waarde. Daarom geloven we dat de menselijke seksualiteit bedoeld is om meer te omvatten dan de sensuele ervaring, en een gave van God is, bedoeld om het geheel van ons fysiek en relationeel schepsel zijn te weerspiegelen.
Als heiligingskerk bevestigt de Kerk van de Nazarener dat het lichaam van belang is voor God. Christenen worden zowel opgeroepen als in staat gesteld door het transformerende en heiligende werk van de Heilige Geest om God in en door ons lichaam te verheerlijken. Onze zintuigen, onze seksuele begeerte, ons vermogen om genoegen te ervaren, en ons verlangen naar verbinding met de ander worden gevormd vanuit Gods eigen karakter. Onze lichamen zijn goed, zeer goed.
We bevestigen geloof in een God wiens schepping een daad van liefde is. Omdat we God ervaren hebben als heilige liefde, zien we de Drie-eenheid als een eenheid van liefde tussen Vader, Zoon en Heilige Geest. Daarom zijn we geschapen met een diep verlangen naar verbinding met anderen in de kern van ons wezen. Dat verlangen wordt uiteindelijk vervuld als we in een verbondsrelatie leven met God, de schepping en in het liefhebben van onze naaste als onszelf. Geschapen zijn als sociale wezens is zowel goed als mooi. Wij weerspiegelen het beeld van God in ons vermogen om relaties aan te gaan en ons verlangen om dat te doen. Het volk van God wordt tot één in Christus gevormd, een rijke gemeenschap van liefde en genade.
Binnen deze gemeenschap worden de gelovigen opgeroepen om te leven als trouwe leden van het lichaam van Christus. Alleenstaanden onder het volk van God moeten gewaardeerd en gedragen worden door de rijke gemeenschap van de kerk en de onderlinge gemeenschap van de heiligen. Het leven als alleenstaande, zoals Jezus dat leefde, is het leven in de intimiteit van de gemeenschap, omringd door vrienden, verwelkomend en welkom geheten aan tafels, levend als een trouwe getuige.
We bevestigen dat sommigen in deze gemeenschap geroepen worden tot het huwelijk. Zoals gedefinieerd in Genesis: “Zo komt het dat een man zich losmaakt van zijn vader en moeder en zich hecht aan zijn vrouw, met wie hij één van lichaam wordt.” (NBV). Het verbond van het huwelijk, een weerspiegeling van het verbond tussen God en Gods volk, is er een van exclusieve seksuele trouw, onzelfzuchtige dienstbaarheid en een sociaal getuigenis. Een man en een vrouw wijden zich publiekelijk aan elkaar als getuigenis van de wijze waarop God liefheeft. De huwelijkse intimiteit is bedoeld om de eenheid van Christus en de Kerk te weerspiegelen, een mysterie van genade. Het is ook Gods bedoeling dat in deze sacramentele vereniging man en vrouw de vreugde en het plezier van de seksuele intimiteit mogen ervaren, en dat uit deze daad van intieme liefde nieuw leven in de wereld mag komen in een verbonds-gemeenschap van zorg. Een huis waar Christus centraal staat zou de primaire plaats moeten zijn waar geestelijke vorming plaatsvindt. De kerk moet zeer bewust zorg dragen voor goede huwelijksvoorbereidingsgesprekken en een onderwijs dat het heilige karakter van het huwelijk benadrukt.
Het Bijbelse verhaal bevat echter ook het trieste hoofdstuk van het gebroken menselijke verlangen in de zondeval, met als gevolg een gedrag dat zichzelf op de troon zet, de ander objectiveert en beschadigt en het pad van het menselijk verlangen verduistert. Als gevallen wezens hebben we dit kwaad op elk niveau ervaren – persoonlijk en gemeenschappelijk. De heersers en machthebbers van een gevallen wereld hebben ons doordrenkt met leugens over onze seksualiteit. Onze verlangens zijn verwrongen geraakt door de zonde en we zijn in onszelf gekeerd geraakt. We hebben eveneens bijgedragen aan de gebrokenheid van de schepping door onze bewuste keuze Gods liefde te schenden en op eigen voorwaarden zonder God te gaan leven.
Onze gebrokenheid op seksueel gebied neemt vele vormen aan, soms als gevolg van eigen keuzes, soms als gevolg van de gebroken wereld waarin we leven. Maar, Gods genade is genoeg in onze zwakheid, genoeg om overtuiging, transformatie en heiliging in ons leven te bewerkstelligen. Daarom, om tegenstand te bieden aan het toevoegen aan de gebrokenheid van de zonde en om in staat te zijn om te getuigen van de schoonheid en de uniekheid van Gods heilige doel voor ons lichaam, geloven we dat leden van het lichaam van Christus, in staat gesteld door de Heilige Geest, kunnen en dienen zich te onthouden van:
- Seksuele gemeenschap buiten het huwelijk en andere vormen van ongepaste seksuele verbintenissen. Omdat we geloven dat het Gods intentie is om onze seksualiteit te beleven in de verbondsrelatie tussen één man en één vrouw, geloven we dat deze praktijken vaak leiden tot het objectiveren van de ander in een relatie. In alle vormen schaadt het in potentie ook ons vermogen om met ons hele wezen de schoonheid en heiligheid van het Christelijk huwelijk in te gaan.
- Seksuele activiteiten tussen mensen van hetzelfde geslacht. Omdat we geloven dat het Gods bedoeling is dat de seksualiteit wordt beleefd in de verbondsrelatie tussen één man en één vrouw, geloven we dat seksuele intimiteit tussen mensen van hetzelfde geslacht tegen Gods wil voor de menselijke seksualiteit in gaat. Hoewel de homoseksuele of biseksuele gerichtheid complexe en verschillende achtergronden kan hebben, en de implicaties van deze oproep tot seksuele reinheid veel kost, geloven we dat de genade van God voldoende is voor zo’n roeping. We erkennen de gedeelde verantwoordelijkheid van het lichaam van Christus om een verwelkomende, vergevende en liefhebbende gemeenschap te zijn waarin gastvrijheid, bemoediging, transformatie en verantwoording afleggen beschikbaar zijn voor allen.
- Buitenhuwelijkse seksuele relaties. Omdat we geloven dat dit gedrag een schending is van de beloften die we voor God en in het lichaam van Christus hebben gemaakt, is overspel een zelfzuchtige daad, een gezinsvernietigende keuze en een belediging van de God die ons zuiver en toegewijd liefheeft.
- Omdat het huwelijk bedoeld is om een levenslange toewijding te zijn, is het verbreken van het huwelijksverbond, of dat nu persoonlijk in gang is gezet of door de keuze van de echtgeno(o)t(e), een te kort schieten ten opzichte van Gods beste bedoelingen. De kerk moet er aan werken dat het huwelijksverbond in stand blijft waar dat wijs en mogelijk is, en advies en genade geven aan degenen die door echtscheiding verwond zijn geraakt.
- Praktijken als polygamie en polyandrie. Omdat we geloven dat de verbondstrouw van God wordt weerspiegeld in de monogame toewijding van echtgenoot en echtgenote, doen deze praktijken tekort aan de unieke en exclusieve trouw die bedoeld is voor het huwelijk.
Seksuele zonde en gebrokenheid is niet enkel persoonlijk maar doordrenkt de systemen en structuren van de wereld. Omdat we als kerk getuigen zijn van de realiteit van de schoonheid en uniekheid van Gods heilige bedoelingen geloven we dat we als kerk ons ook dienen te onthouden van en te strijden tegen:
- Pornografie in al haar vormen, wat in feite vervormd verlangen is. Het is de objectivering van mensen omwille van zelfzuchtige seksuele bevrediging. Deze gewoonte vernietigt ons vermogen tot onzelfzuchtig liefhebben.
- Seksueel geweld in elke vorm, inclusief verkrachting, aanranding, seksuele vernedering, verbale vernedering, misbruik binnen het huwelijk, incest, sekshandel, gedwongen huwelijken, verminking van vrouwelijke geslachtsdelen, bestialiteit, seksuele pesterij, en het misbruiken van minderjarigen en andere kwetsbare groepen. Elk mens die en elk systeem dat seksueel geweld bedrijft, overtreedt het gebod om onze naaste lief te hebben en te beschermen. Het lichaam van Christus dient altijd een plaats van gerechtigheid, bescherming en heling te zijn voor degenen die (nog steeds) lijden of geleden hebben onder seksueel geweld.
Daarom bevestigen wij dat:
- Waar de zonde toeneemt, wordt ook de genade steeds overvloediger. Hoewel de gevolgen van de zonde universeel en holistisch zijn, is de uitwerking van de genade ook universeel en holistisch. In Christus, door de Heilige Geest, worden we vernieuwd naar het beeld van God. Het oude is voorbij en het nieuwe is gekomen. Hoewel de vorming van ons leven als nieuwe schepping een geleidelijk proces kan zijn, is Gods genezing effectief in het omgaan met de gebrokenheid van de mensheid op het terrein van de seksualiteit.
- Het menselijk lichaam is de tempel van de Heilige Geest. We bevestigen de noodzaak dat onze seksualiteit wordt geconformeerd aan de wil van God. Onze lichamen zijn niet van ons maar zijn gekocht en betaald. Daarom zijn we geroepen om God te verheerlijken in onze lichamen door een leven van overgave en gehoorzaamheid.
- Het volk van God wordt gekenmerkt door heilige liefde. We bevestigen dat meer dan met alle andere deugden, Gods volk zich zou moeten bekleden met liefde. Gods volk heeft altijd gebroken mensen verwelkomd in hun midden. Deze christelijke gastvrijheid is noch een excuseren van individuele ongehoorzaamheid noch een weigeren op verlossende wijze de wortels van gebrokenheid te onderscheiden. Het herstellen van mensen naar de gelijkenis van Jezus vereist belijden, vergeving, het ontwikkelen van vormende gewoonten, heiliging en godvruchtige raad – maar bovenal, het omvat de verwelkomende liefde die de gebroken persoon nodigt tot de kring van genade, de kerk. Als we nalaten zonde en gebrokenheid eerlijk te confronteren, hebben we niet lief. Als we niet liefhebben, kunnen we geen deel uitmaken van Gods genezing van gebrokenheid.
Het getrouw uitwerken van deze principes als wereldwijde kerk in plaatselijke gemeenten ten aanzien van de mensen van deze wereld is complex en moet zorgvuldig, nederig, moedig en met onderscheiding worden gedaan.
REDENEN[7]
- Als deze motie wordt aangenomen, zouden Handboek artikelen 30-30.4 (Huwelijk en scheiding en/of ontbinding van huwelijk) wellicht ook aangepast of verwijderd moeten worden. De alomvattende aard van de nieuwe tekst over Menselijke Seksualiteit maakt dat sommige delen van 30-30.4 een herhaling zijn en wellicht overbodig. Tijdens overleg in de Studiecommissie Menselijke Seksualiteit werd geopperd dat als de Commissie Christelijke Actie en/of de Afgevaardigden van de Algemene Vergadering van 2017 van mening zijn dat deze 5 artikelen ook aangepast (of compleet verwijderd) zouden moeten worden, dat dan passende actie zou moeten worden genomen door een van deze groepen, of beide, gedurende de Algemene Vergadering, of dat de kwestie verwezen zou kunnen worden naar de Manual Editing Committee.
- Als leiders in de wereldwijde Kerk van de Nazarener, erkennen we dat de gesprekken over menselijke seksualiteit een van de belangrijkste en moeilijkste gesprekken zijn die de kerk in onze tijd moet voeren.
- Ten eerste, het zijn belangrijke gesprekken omdat “onze lichamen van belang zijn”. Als heiligingsmensen geloven Nazareners dat christenen niet alleen geroepen zijn maar ook in staat worden gesteld – door het transformerende en heiligende werk van de Heilige Geest – om God te verheerlijken met ons lichaam.
- Ten tweede, gesprekken over onze seksualiteit zijn zo belangrijk omdat deze zaken zo nauw verweven zijn met de “vorming van een gemeenschap”. In de Bijbelse scheppingsverhalen schept God niet alleen de mens naar zijn beeld, maar Hij schept hen ook tot een relationele gemeenschap van man en vrouw. De schepping van de mens is een uitdrukking van Gods zelfontledigende liefde. We zijn tot in de kern van ons wezen gemaakt met een aangeboren behoefte aan verbinding met anderen. Die behoefte aan verbinding wordt vervuld als we leven in een verbondsrelatie met God, anderen en als we onze naaste liefhebben als onszelf. Als sociale wezens weerspiegelen we Gods beeld in ons vermogen relaties aan te gaan en ons verlangen om dat te doen.
- Deze gesprekken over seksualiteit zijn ook cruciaal vanwege de “tegencultuur aard van het evangelie”. De roeping van de kerk is niet enkel het reageren op bestaande culturen maar het vormgeven aan een alternatief koninkrijk dat de wereld niet in haar eigen termen kan verstaan. Dus, hoewel de kerk altijd de liefde en genade van Christus gestalte moet geven, worden we ook opgeroepen om een profetisch getuigenis te geven van het leven dat enkel mogelijk is door de onderwerping aan de heerschappij van Christus en het inwonende werk van de Heilige Geest, tot eer van God de Vader.
- En ten leste herkennen we het belang van deze gesprekken omdat ze “diep persoonlijk en potentieel scheiding brengend zijn voor het wereldwijde lichaam van Christus”. Omdat seksualiteit zo nauw verbonden is aan identiteit en thuishoren, wordt het terecht ervaren als diep en persoonlijk. Gesprekken over seksualiteit kunnen niet enkel abstract en los van de werkelijkheid van concrete mensen, waar God en de kerk van houden en die waardevol voor hen zijn, gehouden worden. Hoewel we als heiligingsmensen er van overtuigd zijn dat de zonde en gebrokenheid niet het laatste woord in het leven van een mens hoeven te hebben, zijn we ook overtuigd van de realiteit van de zonde en de effecten daarvan in het dagelijks leven. Dit betekent dat – zoals het geval was bij de incarnatie – genade en waarheid niet van elkaar gescheiden kunnen worden maar in eenheid worden uitgedrukt. Als het gaat om vragen rond seksualiteit moeten pastorale overwegingen meegenomen worden naast de ethische overwegingen. Het is niet genoeg om als kerk de juiste visie te hebben, de kerk moet ook naar alle mensen toe reageren op een wijze die de liefde en genade van God zoals geopenbaard in Christus weerspiegelt.
- Als leiders van de wereldwijde kerk erkennen we niet alleen het belang en de gevoeligheid van deze kwesties, maar we erkennen ook dat ze spelen in diverse contexten.
- Onze gesprekken over seksualiteit vinden plaats in “wereldwijde culturele contexten”. We erkennen dat als wereldwijde kerk de kwesties die van belang zijn voor Gods volk op het gebied van de seksualiteit ongelofelijk divers zijn. De uitdaging voor de kerk is om te spreken en richting te geven aan de hele kerk op een wijze die algemeen genoeg is om culturen en culturele perspectieven te omvatten, maar ook specifiek genoeg om de benodigde Bijbelse richtlijnen te geven aan predikanten en leken die geconfronteerd worden met ingewikkelde en belangrijke kwesties.
- Onze gesprekken over seksualiteit vinden plaats in “diverse politieke contexten”. Gods volk is altijd geroepen geweest een uniek volk te zijn – inwonende vreemdelingen – dat leeft te midden van politieke systemen die variëren van genadig en ondersteunend tot onderdrukkend en vervolgend ten aanzien van hen die toegewijd zijn aan het christelijk geloof. De uitdaging om heilig te zijn te midden van een vaak onheilig rijk is zo oud als het verhaal van de Exodus. De kerk erkent de noodzaak om in vele huidige wereldwijde politieke contexten ijverig – en met alle mogelijke middelen – te werken aan de waardigheid en vrijheid van de mensen met een christelijke levensovertuiging. Maar de leiders van de kerk erkennen ook de noodzaak voor mensen van het christelijk geloof om deze vrijheden en waardigheid ook toe te kennen aan degenen die andere overtuigingen hebben. Het is altijd het doel van Gods volk om alles te doen wat mogelijk is om in vrede met allen te leven en recht, liefde en genade te zoeken, en nederig te wandelen met en voor de meest kwetsbaren en vaak onderdrukten in deze gebieden.
- Onze gesprekken over seksualiteit vinden plaats in “verschuivende culturele contexten”. De snelle ontwikkeling van de techniek heeft secularisme, individualisme en consumentisme tot over heel de aarde verspreid. Hoewel een groot deel van de kerk dankbaar is voor de verbetering van mensenrechten en de vrijheid die deze ontwikkelingen velen over de wereld hebben gebracht, herkent de kerk ook dat deze krachten ook vernietiging, vervorming en zelfs een toegenomen vercommercialisering van mensen hebben gebracht – met name op het gebied van de seksualiteit.
- Onze gesprekken over seksualiteit vinden plaats in “steeds veranderende contexten qua generaties”. De kerk herkent dat het doorgeven van de missie van de kerk aan de volgende generatie nooit een makkelijke taak is geweest. Maar met bovengenoemde ontwikkelingen is het duidelijk dat het overdragen van het geloof – en het leiderschap van de kerk – aan de komende generatie minstens even uitdagend is als het ooit is geweest. Velen van de generatie die nu al snel in leiderschapsposities komen zijn geen vreemdelingen in een seculier en technologisch tijdperk. Hoewel de kerk haar Bijbelse norm van een seksuele moraal niet kan en wil opgeven, moet de kerk wel voortgaan met gevoeligheid ten aanzien van al degenen voor wie de toenemend complexe vragen omtrent seksualiteit zeer persoonlijk en relationeel zijn.
- Onze gesprekken over seksualiteit vinden plaats, gestuurd door “Bijbelse en theologische contexten”. De primaire bron en het gezag voor de kerk in het omgaan met deze vragen is de geïnspireerde en geopenbaarde waarheid van Gods aard en karakter zoals de Heilige Schrift daarvan getuigd. Het Woord van God – geïnterpreteerd door de lenzen van de christelijke orthodoxe traditie, de rede en de persoonlijke ervaring – bezet de bevoorrechte positie als het ultieme gezag voor het geloof en de praktijk van Gods volk in alle aspecten van ons leven, inclusief onze seksualiteit.
- Onze gesprekken over seksualiteit vinden plaats in een “kerkelijke context”. Een eeuwenoud probleem dat onze worsteling rond seksualiteit blijft kenmerken is de vraag wat het betekent om je te onderwerpen aan het gezag van en het afleggen van verantwoording aan het lichaam van Christus. De leiders in de kerk moeten altijd leiden op een wijze die vorm geeft aan de opdracht van Jezus om als eerste de laatste te zijn, als leider de dienaar, maar de leden van het lichaam van Christus moeten ook werken aan eenheid. Op gebieden die zo divers en controversieel zijn als menselijke seksualiteit realiseert het leiderschap van de kerk zich dat complete unanimiteit onmogelijk zal zijn. Maar het is het gebed en de hoop van de kerk dat – zoals Nazareners dat vanaf het begin hebben gedaan – eenheid in de essentiële zaken gevonden kan worden, vrijheid gegeven in de niet-essentiële zaken en dat in alles de liefde mag heersen.
- Ten leste, onze gesprekken over seksualiteit vinden plaats in een pastorale context. Het is noodzakelijk dat het Lichaam van Christus toegewijd is aan onvoorwaardelijk liefhebben. God hield zo onvoorwaardelijk van deze wereld dat Hij zijn enige en unieke Zoon gezonden heeft, niet om te veroordelen maar om te redden. Hoewel zonde en gebrokenheid op het gebied van seksualiteit diep persoonlijk zijn en daarom vaak tot lastige gesprekken leiden, vormen zij slechts één aspect van onze alomvattende menselijke zondigheid. Liefdeloze veroordeling en genadeloze reacties helpen niet echt om het Lichaam van Christus in staat te stellen genade te schenken en Gods onvoorwaardelijke liefde te tonen. Met dat de complexiteit van de lokale context waarin we leven toeneemt, neemt ook de noodzaak toe dat de kerk niet alleen wijsheid maar ook genade schenkt aan hen die proberen liefde, verantwoordelijkheid, genade en transformatie te tonen aan hen die gebonden zijn in zonde.
- Vanwege de enorme culturele verschuivingen die in de laatste decennia hebben plaatsgevonden, beveelt het leiderschap van de kerk het aannemen van een aangepast Handboek artikel aan over menselijke seksualiteit “en huwelijk”. Met het schrijven van dit artikel is het doel niet geweest om het historische standpunt van de Kerk van de Nazarener over seksualiteit te veranderen, maar om duidelijker de waarheid en genade te verwoorden die noodzakelijk zijn voor de kerk in deze tijd, ten aanzien van deze onderwerpen.
- Vanwege de diverse contexten zoals hierboven genoemd is het voorgestelde artikel bewust algemeen en beknopt. Het is volstrekt onmogelijk om in het Handboek van de Kerk van de Nazarener alle pastorale en culturele aspecten te benoemen die te maken hebben met menselijke seksualiteit. Het is daarom de bedoeling van de Raad van Algemene Superintendenten om ruimte te laten voor regionaal leiderschap en andere kerkelijke leiders om de diversiteit van de pastorale kwesties waarmee we geconfronteerd worden te bespreken in preken, verklaringen en pastorale brieven.
- De uitdaging om trouw te zijn in seksualiteit maakt het ook nodig dat de kerk verder materiaal ontwikkelt om de kerk te instrueren en vormen, ter ondersteuning van predikanten en het onderwijzen van onze mensen.
- Omdat het dermate ingewikkeld is en er zoveel nuance vereist is om een artikel als dit op te stellen dat geschikt is voor de wereldwijde kerk vanuit de Algemene Vergadering zelf, is het de hoop van de Raad van Algemene Superintendenten dat het voorgestelde artikel zoals geschreven wordt aangenomen of verworpen. “Dit artikel is opgesteld door een speciaal daarvoor aangestelde wereldwijde commissie en is vervolgens aangepast, verfijnd en unaniem aangenomen door de huidige Raad van Algemene Superintendenten. Het wordt daarom aan de Commissie Christelijke Actie en de Algemene Vergadering voorgelegd om aangenomen te worden”.
[1] Wesley, Sermon 83, “On patience”§11.
[2] “… because the point is not determined, at least not in express term, in any part of the oracles of God. Every man therefore may abound in his own sense, provided he will allow the same liberty to his neighbor; provided he will not be angry at those who differ from his opinion, nor entertain hard thoughts concerning them” (Sermon 83, “On patience”§11).
[3] “If I were convinced that none in England had attained what has been so clearly and strongly preached by such a number of preachers, in so many places, and for so long a time, I should be clearly convinced that we had all mistaken the meaning of those Scriptures…” (Thoughts upon Christian Perfection Q. 38, in A. Outler ed. John Wesley, 298).
[4] Zowel Patrick Nullen in zijn ethiek, Verlangen naar het goede, als ook Richard B. Hays in zijn nieuwtestamentische ethiek, The moral vision of the New Testament passen heel bewust deze Wesleyan quadrilateral toe.
[5] Dit betekent nog niet dat het onderwerp homoseksualiteit een non-essential is zoals soms wel eens gezegd wordt.
[6] De oude formulering over homoseksualiteit is: “Wij zien alle vormen van menselijke seksualiteit die buiten het verbond van een heteroseksueel huwelijk plaatsvinden als een zondige vervorming van de heiligheid en schoonheid die God ervoor bedoeld heeft. Homoseksualiteit is één van de wijzen waarop de menselijke seksualiteit wordt bedorven. Wij zijn ons bewust van de ontaarding die leidt tot homoseksuele handelingen, maar wij bevestigen het Bijbelse standpunt dat zulke daden zondig zijn en onder Gods toorn besloten liggen. Wij geloven dat de genade van God toereikend is om homoseksuele praktijken te overwinnen (1 Corinthiërs 6:9-11). Wij betreuren iedere handeling of verklaring die de schijn zou wekken van de verenigbaarheid van de christelijke moraal en homoseksuele praktijken. Wij dringen aan op duidelijke prediking en onderwijs met betrekking tot de Bijbelse normen betreffende de seksuele moraal”. Deze statement over homoseksualiteit stamt uit 1976 en is toen voor het eerst opgenomen in het Handboek als een afzonderlijk artikel over homoseksualiteit. In 1989 is deze statement ongewijzigd opgenomen in een uitgebreider artikel over menselijke seksualiteit. Dit artikel over menselijke seksualiteit heeft tot 2017 ongewijzigd deel uitgemaakt van het Handboek.
[7] Deze redenen waren ter informatie toegevoegd aan de resolutie ingediend op de Algemene Vergadering van 2017, maar hebben geen officiële status. Zij zijn echter wel belangrijk om de resolutie goed te kunnen begrijpen.