De Romeinse keizer krijgt in het Nieuwe Testament best veel aandacht. Lukas verbindt het kerstverhaal met de volkstelling van keizer Augustus (2:1). Later in het evangelie schrijft Lukas dat Jezus ervan wordt beschuldigd de mensen opgezet te hebben om geen belasting aan de keizer te betalen (23:2), terwijl Jezus juist gezegd had de keizer te geven wat van de keizer is (20:22). In Handelingen vertelt Lukas hoe Paulus een beroep deed op de keizer (25:11) om een oneerlijk proces in Jeruzalem te voorkomen. En hierdoor ging een lang gekoesterde wens van hem (Romeinen 15:23) in vervulling om de gemeente in Rome te bezoeken. En in zijn eerste brief spoort Petrus de gelovigen aan om de keizer te eerbiedigen (2:17). Dit laatste is best opvallend, gelet op de gecodeerde omschrijving van Rome en de keizerlijke machtsmachinerie in Openbaring 17. Met Babylon wordt het decadente keizerlijke Rome bedoeld.
De verwijzingen naar de Romeinse keizer laten zien dat het evangelie deel uitmaakt van de wereld en de samenleving. Sterker nog, zonder Romeins keizerrijk was de geschiedenis van de kerk anders verlopen. Paulus heeft gebruik kunnen maken van het perfect ontwikkelde wegennet in het Romeinse rijk. Zijn Romeins staatsburgerschap heeft hij op handige wijze gebruikt voor de verkondiging van het evangelie. Dat Rome, Alexandrië en later Constantinopel belangrijke sterke kerkelijke centra werden had alles te maken met de geschiedenis van het Romeinse rijk. Naast het werk van Gods Geest en de inzet van gelovigen heeft ook de seculiere geschiedenis, alsmede de seculiere cultuur en wetenschap een enorme invloed gehad op de groei van het Christendom. Anders geformuleerd, door gebruik te maken van de mogelijkheden in de seculiere samenleving kon het Christendom een impact hebben. En in de geschiedenis van de kerk zijn vernieuwingen en periodes van groei ook te danken aan het handig gebruikt maken van mogelijkheden in de seculiere wereld.
Ik wil een voorbeeld noemen uit de tijd van de Reformatie. Maarten Luther woonde en werkte in de zestiende eeuw in Saksen dat deel uitmaakte van het Rooms Katholieke Duitse Keizerrijk van de toen machtigste vorst Karel V. Dat de jonge beweging van Luther binnen korte tijd zo succesvol was, had te maken met een nieuwe uitvinding. Door de boekdrukpers, uitgevonden door Guttenberg konden de denkbeelden van Luther razendsnel verspreid worden in Duitsland. Vele malen sneller dan ooit tevoren. Luther had hierdoor een enorme impact. Dat de kleine beweging door de Keizer niet onderdrukt kon worden zoals daarvoor steeds gebeurde met vernieuwingsbewegingen, had te maken met de politieke constellatie binnen het Duitse keizerrijk. De Duitse Reformatie heeft van deze mogelijkheden handig gebruik gemaakt en was dus volledig bij de tijd.
Het tijdperk van de boekdrukkunst is nu vervangen door het Internet. Velen spreken over de overgang van het tijdperk van Guttenberg naar Google. Wij leven in een digitale wereld met enorm veel nieuwe mogelijkheden. Veel kerken maken hier volop gebruik van, maar meestal betreft het een service aan de eigen mensen; de beamer heeft het liederenboek vervangen, de nieuwsbrief kan nu per e-mail digitaal verstuurd worden, de website informeert de mensen over de gemeente. Maar in hoeverre maken we gebruik van de nieuwe media om het evangelie breder te verspreiden naar nieuwe groepen mensen? Hoe kunnen we door de nieuwe mogelijkheden van onder andere het Internet een impact hebben in onze samenleving die hiervoor ondenkbaar was? Welke mogelijkheden zien we om het bereik van het evangelie te vergroten zoals Paulus van het wegennetwerk in het Romeinse Rijk gebruik maakte om vele steden te bereiken met het evangelie?
Dit vraagt om creativiteit en innovatief denken, maar ook kijken naar hoe bijvoorbeeld start-ups gebruik maken van de nieuwe middelen. Maar er is ook moed voor nodig. In de gelijkenis van Jezus van de talenten wordt de dienaar die niets gedaan heeft met het ene talent omschreven als een laf persoon. Willen we impact hebben dan hebben we naast de vervulling van de Geest ook moed nodig om te experimenteren met de nieuwe mogelijkheden die ons in deze tijd worden aangereikt. Wie durft?