Een ontdekkingsreis in twaalf dagen
Lukas 22:1-23:56
Het is bijna Pesach, het Joodse feest van de bevrijding uit Egypte dat gevolgd werd door het feest van het ongedesemde brood waarin de tocht door de woestijn werd herdacht. 22:1-6 vertelt ons dat het nu heel gevaarlijk gaat worden omdat de Satan een van de discipelen heeft overtuigd om Jezus aan te geven. De leiders worden op hun wenken bediend. Deze inleiding geeft aan dat hier meer aan de hand is dan zo maar een treurige samenloop van omstandigheden. Satan ruikt nu na 4:13 zijn kans om Jezus onderuit te halen. Maar het mysterie van dit hele gebeuren is dat het door God zo is voorbestemd. Het moest zo gebeuren. Dus uiteindelijk werken Satan, Judas en de leiders van het volk mee aan de weg die door God zo bepaald is (22:22; zie ook de lijdensaankondigingen in 9:22, 44-45; 18:31-34).
In 22:7-13 neemt Jezus het initiatief om samen met zijn discipelen de paasmaaltijd te vieren. De eigenlijke viering wordt kort beschreven in 22:14-20. Duidelijk is dat Jezus deze maaltijd viert als de Joodse paasmaaltijd, maar tegelijkertijd gebruikt hij de maaltijd als een afscheid en om zijn komende lijden en sterven betekenis te geven. Tot twee keer toe spreekt Jezus over het komen van het koninkrijk (22:16,18). Zijn lijden (lichaam en bloed) wordt bepalend voor een nieuw verbond. Dit alles bij elkaar geeft de verschillende facetten van het avondmaal weer. In 22:21-23 wordt ingegaan dat Judas ook gewoon deelneemt aan deze maaltijd. Uit 22:24-30 blijkt dat ook de andere discipelen nog niet veel begrepen hebben van de waarden van het koninkrijk dat Jezus wil brengen. Toch zullen zij uiteindelijk van dat rijk deelgenoot zijn. Uit het afsluitende gedeelte 22:31-38 blijkt hoe de maaltijd ook een afscheidsmaal is.
Na de maaltijd gaan ze naar de olijfberg (22:38-46). Daar wordt Jezus gevangen genomen (22:47-53) en afgevoerd naar het huis van de hogepriester (22:54-66). Eerst is er het verhoor door het Sanhedrin (22:67-71) en dan gaat Jezus naar Pilatus (23:1-5). Deze stuurt hem door naar Herodes (23:6-12) en vervolgens is Jezus weer terug bij Pilatus (23:13-25). Opvallend is hoe nadrukkelijk steeds weer vermeld wordt dat Jezus niets te verwijten viel; hij is onschuldig.
Dan wordt Jezus naar het kruis gebracht (23:26-31). Aan het kruis wordt hij beledigd en vernederd (23:32-43), en dan wordt zijn sterven beschreven (23:44-49) en ten slotte zijn ten graf legging (23:50-56). Opvallend in de beschrijving is dat twee buitenstaander, één van de medegekruisigden en een Romeinse soldaat tot de erkenning komen wie Jezus is. Buitenstaanders hebben het eerder door.
Wat neemt Lucas zeer uitgebreid de tijd om de laatste zeg maar 24 uur van Jezus’ leven te beschrijven: twee hele hoofdstukken, 127 verzen, vijf volle bladzijden in mijn bijbel. Zo veel uitspraken, personen, situaties. Allemaal omdat Lucas de betrouwbaarheid (1:4) van deze gebeurtenissen wil onderstrepen. We zouden nu zeggen, naar Popper: opdat al deze dingen falsifieerbaar zijn – belangrijk voor de hoogedele, waarschijnlijk zeer ontwikkelde Teofilus.
Maar wat mij deze keer bij het lezen zo opviel, omdat het door Lucas zo wordt benadrukt, is dat geen enkele, maar dan ook volslagen geen enkele, beschuldiging over Jezus standhoudt. Zelfs Pilatus en Herodes móeten dit voluit toegeven (23: 4, 14 ,15). Jezus heeft niet alleen lichamelijk maar ook maximaal geestelijk de zondigheid van mensen moeten aanhoren, aanvoelen, doormaken – tot op het bot. De gewelddadige onbarmhartigheid van de volk, de hogepriesters, de oudsten, de oversten, de Schriftgeleerden en de Romeinse soldaten staat in enorm contrast met de barmhartigheid waartoe Jezus opriep en zelf voorleefde. De zonde in het hart van de mens kan niet scherper worden getekend.
Mij heeft het lezen van deze hoofdstukken 22 en 23 weer doen beseffen dat als dit allemaal historisch betrouwbaar is opgetekend (en zo al niet 100% feitelijk dan toch stellig wel naar intentie door de werking van Gods Geest), en ik het plan van God om de mensheid te redden, de werking van de satan die Jezus meerdere malen zelf noemt, het volstrekt onschuldig sterven van Jezus en Zijn belofte van de opstanding (waarover in H 24 pas werkelijk wordt geschreven) heel serieus neem, dan raakt dit existentieel zo aan mijn eigen leven, dat het alles in mijn leven behoort te beïnvloeden. God geve dat ik daar verder naar toegroei.
LikeLike