Een medepredikant en ik deelden elkaars observaties over hoe predikanten het werken in de gemeente ervaren. Onze inventarisatie bestond uit drie sleutelwoorden: teleurstelling, pijn en verlangen. Teleurstelling over de mate van geestelijke groei in de gemeentes en bereidheid om te veranderen. Pijn over conflicten in de gemeentes en over de eigen beperkingen om de gemeentes te leiden. Verlangen om meer naar buiten gericht te zijn en minder het “kerkelijke spel” te hoeven spelen.
Toen ontstond het idee om 10 dagen te bidden en vasten voor vernieuwing van onze kerkelijke gemeenschappen. Bidden voor onszelf, voor jou en voor mij. Voor elke dag heb ik een gebedsbrief geschreven waarvoor ik een aantal essentiële hoofdstukken uit het Nieuwe Testament heb uitgekozen zodat ons bidden een reageren vanuit het Woord van God is. De gebedsthema’s zijn bewust niet heel concreet gemaakt of zijn als vragen verwoord. De bedoeling is dat jij de woorden uit de Bijbel concreet maakt in jouw gebed.
DAG 4 – Bidden voor mensen die luisteren naar de heilige Geest (Handelingen 8-11)
De gemeente werd niet alleen door de vervolging na de marteldood van Stefanus (8:1) uit haar “comfort zone” gehaald. Ook de heilige Geest maakte de kerk onrustig en dwong de kerk nieuwe wegen te bewandelen. Deze nieuwe stappen waren niet het gevolg van besluiten van raden en commissies maar van de daden van individuen die vol van de heilige Geest waren. Ook wij hebben mensen nodig die luisteren naar de heilige Geest.
Filippus was één van de zeven wijze mannen die in de gemeente goed bekend stonden en vol van de heilige Geest waren (6:3-5). Hij nam de moedige stap om het evangelie aan Samaritanen (Joden negeerden deze mensen) te brengen (8:5-8) en had de gevoeligheid en moed om de aanwijzingen van de Geest te volgen die hem in contact bracht met de man uit Ethiopië, een gelovige “buitenstaander” (8:26-40). Heer, doe mensen als Filippus opstaan in onze gemeentes die nieuwe wegen verkennen en het ongebruikelijke doen omdat zij naar U luisteren.
Ananias woonde in Damascus en was in staat zijn angst te overwinnen en de aanwijzingen van de Heer op te volgen en Saulus, die bekend stond als een vervolger van de gemeente op te zoeken (9:10-19). Hij begroette deze “vijand” met de woorden: “Saul, broeder…” (9:17). Heer, doe mensen als Ananias opstaan in onze gemeentes die zich niet laten leiden door “wat men allemaal zegt” maar eigen wegen gaan door te luisteren naar U.
Barnabas nam Saulus onder zijn hoede toen het hem niet lukte zich bij de discipelen in Jeruzalem aan te sluiten omdat zij bang voor hem waren (9:26-28). Later zocht hij hem op in Tarsis (11:25-26) en werden zij samen uitgezonden (13:2-4). Heer, doe mensen als Barnabas opstaan in de gemeentes die een mentor en coach zijn voor jonge gelovigen en voor mensen die moeilijk de aansluiting met de gemeente kunnen vinden.
Aan wat Petrus is overkomen worden twee hoofdstukken gewijd (10:1-11:18). Geleid door de Geest zet hij een stap waarvan hij weet dat dit hem in moeilijkheden zal brengen (10:28; 11:2-3), maar hij voelt zich door de heilige Geest voor het blok gezet, hij kan niet anders (11:17). De gemeente in Jeruzalem had even tijd nodig en de uitleg van Petrus, maar uiteindelijk was zij gerustgesteld en kreeg zicht op het grote werk dat God aan het doen was (11:18). Heer, schenkt ons leiders in de gemeentes die luisteren naar de heilige Geest en nieuwe wegen durven te bewandelen, ook al zal dit verzet oproepen vanuit de gemeente zelf.
Tenslotte waren er de Cyprioten en Cyreneeërs (Barnabas was ook van Cyprus, 4:36), die in Antiochië de lef hadden om het evangelie aan de Griekse bevolking te brengen, die geen enkele voorkennis had van de God van Israël, laat staan van Jezus had gehoord. Wederom is het Barnabas die vanuit Jeruzalem naar deze moedige mensen wordt gestuurd (11:20-24). Heer, laat groepen in de gemeentes opstaan met moed om nieuwe dingen te doen.