Een medepredikant en ik deelden elkaars observaties over hoe predikanten het werken in de gemeente ervaren. Onze inventarisatie bestond uit drie sleutelwoorden: teleurstelling, pijn en verlangen. Teleurstelling over de mate van geestelijke groei in de gemeentes en bereidheid om te veranderen. Pijn over conflicten in de gemeentes en over de eigen beperkingen om de gemeentes te leiden. Verlangen om meer naar buiten gericht te zijn en minder het “kerkelijke spel” te hoeven spelen.
Toen ontstond het idee om 10 dagen te bidden en vasten voor vernieuwing van onze kerkelijke gemeenschappen. Bidden voor onszelf, voor jou en voor mij. Voor elke dag heb ik een gebedsbrief geschreven waarvoor ik een aantal essentiële hoofdstukken uit het Nieuwe Testament heb uitgekozen zodat ons bidden een reageren vanuit het Woord van God is. De gebedsthema’s zijn bewust niet heel concreet gemaakt of zijn als vragen verwoord. De bedoeling is dat jij de woorden uit de Bijbel concreet maakt in jouw gebed.
DAG 5 – Bidden voor onze heiliging en die van anderen (Romeinen 6-8)
Deze keer geen lijstje met verschillende gebedsthema’s, maar een aantal stappen van zelfonderzoek aan de hand van Romeinen 6-8 die uitmonden in dat ene gebed: Heer, heilig mij geheel en al ( 1 Tessalonicenzen 5:23).
De vraag die Paulus in Romeinen 6-8 bezig houdt is deze: Kan ik als excuus voor mijn gedrag zeggen: Sorry, het spijt me, zo ben ik nu eenmaal. Je kunt maar beter accepteren dat ik zo ben dan verwachten dat ik het anders ga doen. Paulus gebruikt andere woorden en zegt het zo: Mogen we vrijuit zondigen omdat we onder de genade leven? (6:15). Denk eens na over (recente) situaties waarin je dergelijke woorden als excuus gebruikt hebt en daarmee een appel deed op het begrip van de ander.
Ondanks huidige deterministische psychologische inzichten is Paulus overduidelijk in zijn afwijzing van dit excuus. Hij redeneert niet vanuit de mens maar vanuit wat God in Christus gedaan heeft. Door de doop is ons oude bestaan met Hem gekruisigd en zijn we niet meer in de ban van de zonde. Wij zijn dood voor de zonde maar levend voor God (6:2-11). Door Christus is er niet alleen vergeving beschikbaar maar ook bevrijding van de macht van de zonde. Uit welke machten heeft God jou al bevrijd? Welke machten hebben nog steeds grip op je?
Weten wat het goede is en uit eigen wilskracht ons voornemen om met verkeerde praktijken te breken is onvoldoende. De macht van zondige structuren en patronen, en van de beschadiging van zonde ons aangedaan in het verleden is te groot (7:14-23). Echter, als wij ons openstellen voor de heilige Geest en ons denken en handelen beheerst worden door de Geest dan komt de kracht van Christus in ons die de macht van de zonde heeft overwonnen (8:2-11). Hoe kan jij je verder openstellen voor de heilige Geest?
De vernieuwing van ons leven komt in dit aardse leven nooit ten einde. Steeds weer ontdekken we nieuwe “machten” waar we uit bevrijd moeten worden. De vernieuwing van de Geest is een voorschot op wat gaat komen. We zijn op weg en maken vorderingen, soms snel, andere keren wat langzamer. We blijven vol hoop en volharding (8:22-25). Wat is momenteel jouw “zuchten” (8:23)? Waar wil je graag meer progressie zien?
En wat er ook gebeurt, of dingen tegen zitten of als we terugvallen, één ding is zeker: Niets kan ons scheiden van de liefde van Christus (8:35-39). Gods liefde voor ons in onvoorwaardelijk.
Bid voor jezelf, voor de voortgang van jouw heiliging, voor overwinning in jouw leven. Wat laat de Geest je zien? Welke besluiten of stappen moet jij nemen? Bid ook voor anderen die jou nabij staan. Noem hen met naam. Bid voor alle voorgangers, predikers, pastoraal medewerkers, mentors en onderwijzers in de kerk dat zij deze boodschap van bevrijding en heiliging duidelijk zullen communiceren.